woensdag 7 september 2016

Der-óp



Vader zit bij de tandarts en ik maak een rondje over de markt in de Van der Pekstraat die lekkerbekkend is afgekort tot Pekmarkt.
Negen jaar ben ik weg uit Noord en in negen jaar tijd is Noord verhipt tot een stadsdeel dat net zo goed aan de andere kant van het IJ had kunnen liggen. Groepjes toeristen, studenten en bevlogen, hoogopgeleide jonge stellen lopen met mij langs de kraampjes. Ik kijk mijn ogen uit.

Als kind kwamen we zo af en toe op het om de hoek gelegen Mosveld, waar het op woensdag en zaterdag markt was. Veel kochten we er niet, want de kleding die er op de rekken hing was ordinair en in de ogen van mijn moeder, dochter van een schoenmaker, was het al helemaal not done dat er schoenen bij de kraam van Theo werden gekocht. Die waren van plastic en slecht voor je voeten.
Wel werd er regelmatig een visje gehaald, een stukje kaas of verse bloemen.

De nieuwe, stadse Van der Pekstraat heeft een eigen website die de markt uitlegt als een combinatie van eigentijds en nieuw, met authentiek en vertrouwd.
Ik zie een kraam met biologische olijfolie naast de flodderige Ibiza-tuniekjes; dure kaasjes naast de pruimen voor een euro de kilo.


 

'Zo, zit je lekker?' klinkt het achter me. De vraag is bedoeld voor de broer van een bekende volkszanger, die al sinds jaar en dag een kledingwinkel in een van de straatjes achter de markt heeft en onderuitgezakt op een bankje het langslopende marktpubliek bekijkt.
'Nou, ik heb wel eens lekkerder gezeten.'
Ja, je bedoelt der-óp hè?!'

Waarna er een bulderend gelach over de markt klinkt. Ik glimlach en zie in gedachten ook de glimlach van mijn moeder voor me. Zoveel is er nu ook weer niet veranderd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten