zaterdag 17 november 2018

Wasmand

Er staat nooit één vrijwilligster achter de toonbank, het zijn er altijd minstens twee of drie. Die met elkaar een cadeautje inpakken, of zich op zijn minst met het gebeuren bemoeien.
Deze middag kocht ik een flesje biologische wijn. Gelukkig duurde het een eeuwigheid voordat het cadeaulint door een daartoe bestemd apparaatje met succes in fijne sliertjes was getrokken. Vrijwilligster twee keek glimlachend toe, maar haar handen jeukten. De klanken van de Putomayo cd klonken vertwijfeld door de winkel.

Mijn nieuwsgierigheid had het gewonnen van de schroom om een winkel zonder klanten binnen te gaan. Ik was er al weer even niet geweest. Toen ze nog aan de overkant van het plein zaten kwam ik er vaker. De nieuwe locatie lag duidelijk uit de loop.

's Morgens had ik in het plaatselijke krantje vernomen dat ze er nog maar een maand of drie zouden zijn. Daarna zou de winkel, die er al vanaf 1981 zat en volledig gerund werd door vrijwilligsters, voorgoed sluiten. Niet meer van deze tijd, de mensheid kocht liever zijn frutsels bij de gigantische rommelwinkel die ons stadsdeel sinds kort rijk was. Weliswaar niet fairtrade, maar stukken goedkoper.

Ik moet toegeven dat ik er ook niet wekelijks kwam. Voor Sinterklaas of Kerst kon ik er echter altijd wel leuke bijcadeautjes vinden. Kaarsen uit Zimbabwe, notitieboekjes gemaakt van Srilankaanse olifantenpoep, biologische thee in prachtige verpakking of een linnen tas voor het goede doel.





Een paar jaar geleden kocht ik er uit nostalgie een wasmand uit Senegal. Die stond niet in de winkel, maar de vrijwilligsters moesten toch naar de groothandel in Culemborg en zouden er eentje voor mij meenemen. Vanuit het zuiden werd ik gebeld met de vraag welke kleur ik bliefde. Waarna er van diverse manden een uitvoerige beschrijving werd gegeven. Toen ik hem de volgende ochtend ophaalde bleek het deksel net iets te klein te zijn, waardoor hij nog steeds met enige regelmaat in de mand met vuile was valt, maar een kniesoor die daarop let.

Toch jammer dat we de Wereldwinkel straks moeten missen.

zondag 11 november 2018

Avondbroek

Als ik thuiskom van mijn werk vind ik niets zo fijn als het aantrekken van andere kleding. Makkelijkere, lossere. Dat niet iedereen deze behoefte kent merkte ik laatst aan de lunchtafel. 'Ik heb overdag ook altijd kleren aan die lekker zitten,' zei collega B.




Laatst kochten we een nieuwe avondbroek voor vader. Want al is hij 87 jaar oud en werkt hij al 27 jaar niet meer, elke avond na het eten vindt de kledingwissel plaats. 
De broek die hij 's avonds droeg in de tijd dat hij nog naar kantoor ging vertoonde inmiddels slijtplekken. 
Ik heb het dus niet van een vreemde.

zaterdag 3 november 2018

Jampotjes

Op Allerzielen reed ik met vader naar de begraafplaats waar we afscheid hadden genomen van moeder en zus M. We hadden ze er niet begraven, maar toch voelden ze dichtbij. 

We liepen naar het katholieke gedeelte en stonden even stil bij de laatste rustplaats van tante B. De vorige keer was er nog geen herkenbaar graf en hadden we haar niet kunnen vinden. Of tante de cortenstalen plaat erg mooi had gevonden wist nicht A. niet, maar ach, ze zou er zelf niet veel meer van merken. Strak was het wel.

We wandelden verder en verwonderden ons over de grote hoeveelheid bonte versiersels op de graven. Knuffels, verroeste stormlampen, kunstbloemen in alle soorten en kleuren en Ajax-parafernalia zorgden in combinatie met de niet al te vlakke ondergrond voor een rommelig geheel. 
En dat terwijl het nog niet zo oude rouwcentrum zo'n prachtig eigentijds gebouw was en de oude hoge bomen voor een verstilde sfeer zorgden.


Aan het eind van de hoofdlaan stonden de resten van de Lichtjesavond, die twee dagen ervoor had plaatsgevonden. Op de website was een oproep gedaan om van thuis een glazen potje met foto van je overleden dierbare mee te nemen. Inclusief  mini-ledlichtje en deksel. De herdenkingspotjes waren in een ongetwijfeld door een kunstenaar bedachte stellage van opengeslagen koffers geplaatst.

Vanuit de potjes keken de uitgeprinte overledenen ons vervormd aan. Jong, oud, man, vrouw. Serieus kijkend of breed lachend. Alleen of met zijn tweetjes. Met een rood-wit geruite jamdeksel of een knalgele pindakaasdeksel. Sommige families hadden gesmokkeld en hadden opa of tante in viervoud terug laten komen.

Een novemberwesp vloog een V&D-koffer in en cirkelde rond een potje, op zoek naar jamresten. Ik denk dat moeder en zus M. erom hadden kunnen lachen.

Maar ach, al die mensen die er niet meer zijn. Wat worden ze gemist.