zondag 24 februari 2019

Catharina Labouré

Voordat ik wist dat ze shadow boxes heette, de kijkkastjes met foto's en gevonden voorwerpen die de Amerikaanse kunstenaar Joseph Cornell maakte, knutselde ik van kleine dienblaadjes en de heiligenplaatjes van oom B. iets soortgelijks. Ik gaf er drie weg, en hield er eentje zelf.

De berg religieuze afbeeldingen werd er echter niet veel kleiner van. Op koningsdag vonden de mapjes die ik gemaakt had geen aftrek, terwijl de boeken over religie en de bijbehorende heiligen bijna uit onze handen werden getrokken.

Bij ieder plaatje werd ik nieuwsgierig naar het verhaal erachter. Wie was bijvoorbeeld deze dame met haar vrolijke hoofddeksel?


Het is het zoveelste verhaal van een arm boerenmeisje, de negende van elf kinderen, die op enig moment in het klooster treedt en vanuit de congregatie van de Dochters van Liefde jarenlang als verpleegkundige werkt.
Catharina Labouré.

Mooi hoor, maar mijn aandacht wordt getrokken naar de afbeelding van het opgebaarde, intacte lichaam van de heiligverklaarde Catharina. Wat een luguber en naar gezicht, ik word er misselijk van.
Ik lees over de incorruptable saints, weer zo'n wonder uit de katholieke kerk waar ik mij geen enkele voorstelling bij kan maken.

Ik heb medelijden met het boerenmeisje, dat voor de eeuwigheid te kijk ligt. Dan maar een mooie collage van haar afbeelding maken, waarbij ze ons onbevreesd aankijkt. Met een lichte glimlach, onwetend van haar latere, door de kerk opgelegde, status.

zaterdag 9 februari 2019

Kopje thee

Ze is er nog hoor, zus M. Bij het grasduinen in mijn mappen met afbeeldingen, verzameld door de jaren heen voor het gebruik in collages, kom ik opeens deze vrolijke dame tegen die in haar blote derrière een kopje thee drinkt.


Geen idee meer wanneer ze mij de kaart stuurde waaruit ik de dame knipte. Doet er ook niet toe. Wat hebben we een lol op deze zaterdagochtend, zus M. en ik, bij het maken van dit gezamenlijke werkje.

zaterdag 2 februari 2019

Terug naar af

Een bijna kleurloos celluloid montuur, met een zweempje roze erin. Zo zag mijn eerste brilletje eruit in 1976: precies zoals nu weer in de mode is.  Ik vond het verschrikkelijk dat ik de rekenopgaven op het schoolbord niet meer scherp zag en werd, net als de rest van het gezin, patiënt bij dokter Gadroen. Die er in mijn beleving genoegen in schepte om er, elke keer dat ik er was voor controle, minstens een punt in sterkte bij te goochelen.



Ik zie mezelf terug op foto's en dia's, met deze net te kleine eerste bril. Of groeide mijn hoofd zo snel in die tijd dat ik eigenlijk elk half jaar een nieuw montuur nodig had? Ik zie een metalen, hoekige bril die me een jongensachtig uiterlijk geven en even later -als klap op de vuurpijl- de gigantische celluloid bril (alweer!) die ik droeg totdat ik contactlenzen kreeg.

Ik was zestien jaar, en weer ging de wereld als een meisjeskamer open*. Lenzen waren in alle opzichten een bevrijding. Mijn ogen waren voor het eerst te zien voor de buitenwereld, mijn zicht werd niet langer ingeperkt door de randen van een brilmontuur en ik nam afscheid van mijn jeugd.

Zesendertig jaar later zit ik weer bij de oogarts, de orthoptist en de lenzenspecialist. Die laatste is nog steeds dezelfde als toen ik zestien was. Althans in naam, jaren geleden droeg hij de praktijk over aan zijn dochter, die mij nu met raad en daad bijstaat.
Opeens was het serious business. Ik moest er toch echt een bril bij laten maken die ik langer dan een paar dagen achter elkaar kon dragen. De aandoening speelde weer op en moest binnenkort nader onderzocht worden. De lenzen moesten maar even uit.

De resultaten van de oogmeting logen er niet om. Het was alsof ik weer bij dokter Gadroen in de praktijk zat. De bril was in een paar dagen klaar.
Echt, het wende wel en ik kon weer autorijden. Zelfs yoga met de bril op lukte aardig. Maar als ik de Deense designbril afzette was mijn wereld weer een grote blur, net als decennia geleden. Ik voelde me vooral doodongelukkig.

Gisteren mocht ik ze weer een paar uurtjes in. En weer, weer ging de wereld als een meisjeskamer open.

*Februarizon - Paul Rodenko