zaterdag 5 november 2016

Sinaasappel





Een nieuw boek, een vers tijdschrift: ze doen mij altijd denken aan een sinaasappel zoals we die vroeger wel aten. In vier parten gesneden. Om uít te eten, zoals we dat noemden. Dat moment, als alle vier de parten nog op het bordje lagen, vol sap en smaak. Iets om naar uit te kijken.
Als er een of twee delen opgegeten waren, de binnenkant van de schillen zoveel mogelijk schoongeknaagd, werd je je bewust van de eindigheid van het genot. Dus deed je zo zuinig mogelijk  met het laatste partje.



Er liggen nu teveel doorgesneden sinaasappels op mijn bord. Ik kan ze niet allemaal tegelijk opeten.
Er liggen teveel mooie tijdschriften, onaangeroerde romans, weinig gebruikte kookboeken, tekenmaterialen en beloftes van bollen wol op mij te wachten. Mijn tijd is beperkt.
Soms vliegt het mij aan, de drang om steeds maar weer iets nieuws in huis te halen. De angst om ook maar íets te moeten missen.
Ik bedenk hoe lang ik kan doen met al dat moois, als ik niets nieuws meer naar binnen sleep. Kan ik mij vermaken als ik nu voor drie maanden opgesloten zou worden?
Als ik een jaar geen kleding kan kopen, zoals in 2012, kan ik toch ook met mijzelf afspreken dat ik eerst eens ga opmaken wat er zich binnen handbereik bevindt? En gewoon helemaal niets meer kopen dat ik niet direct nodig heb?




Zodat ik weer op kan maken, uit kan lezen, kan koesteren. Zuinig kan doen met mijn laatste partje. Wat een luxeprobleem.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten