Dropstaafjes
Het leek mij als kind fantastisch als je alles kon kopen wat je maar wilde. Drop bijvoorbeeld.
Niet dat ik het gevoel had dat ik iets tekort kwam, hoor. Er stond altijd een trommeltje drop in de keukenkast en zowel de koektrommel als de bonbonnière waren in mijn herinnering altijd gevuld. Maar daar pakte je niet zomaar zelf iets uit.
Een keer eigende ik mij op een vroege zondagochtend een bonbon toe, die kersenlikeur bleek te bevatten en op het crèmekleurige tapijt belandde. Waardoor het niet langer mijn geheimpje kon blijven.
Ik werd getriggerd door boeken waarin een meisje van mijn leeftijd triest in een zakje Engelse drop zat te rommelen of door mijn buurmeisje M. die van haar moeder een zakje groene erwten bij de drogist mocht halen. Wat natuurlijk ook dropjes waren, en waarvan er heel veel in het witpapieren zakje pasten.
Een keer mochten zus P. en ik voor een dubbeltje snoep halen bij de sigarenman in het kleine winkelcentrum, dat zo heette om het van het gróte winkelcentrum te onderscheiden, een kwartiertje fietsen verderop. Ik kocht een pakje ouwel in de kleuren roze en oranje, waar ik weken mee deed.
Maar de mooiste herinnering ligt in het zwembad in Zaandam, waar we op zaterdagochtend vanaf het buurthuis met een touringcar naartoe werden gebracht voor de zwemles. In het zwembad stond een snoepautomaat waarin kleine doosjes dropstaafjes opgestapeld lagen. Dat mijn vader die dag mijn onderbroek was vergeten in te pakken en ik in blote billen in de trainingsbroek de bus weer in moest werd ruimschoots vergoed door de felbegeerde, met een krokant suikerlaagje omhulde dropstaafjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten