zaterdag 31 december 2016

Silvester



Het is maandagavond 19 december als ik probeer Berlijn tijdens Oudejaarsnacht in beeld te vatten, maar het wil niet lukken. Als ik even later een melding op mijn telefoon krijg van de afschuwelijke aanslag in de stad waar ik zoveel van houd, begrijp ik waarom.
Twee dagen later pak ik een potje inkt en teken de Kaiser Wilhelm Gedächtniskirche over de mislukte ondergrond. Het wordt niet mooi, maar dat is niet erg. Het is ook niet mooi wat er is gebeurd.
Vanavond staan wij met een miljoen andere Berlijners op het plein bij de Brandenburger Tor en hopen dat de wereld voortaan verschoond blijft van alle ellende. Hopen op een glückliches Neues Jahr.

woensdag 28 december 2016

Scandic noir


Wat een bofkont: ik won een heel pakket dvd-boxen met Scandinavische series via het prijzenfestijn van een online lifestylemagazine over Scandinavië. (En nou kan ik wel zeggen dat ik nooit wat win, maar de dag ervoor lag er ook al een recensie-exemplaar op de mat van het boek Iedereen slaapt, dus ik zeg helemaal niets)


We kunnen weer even vooruit de komende avonden, weken, misschien wel maanden. Ik kan mij laven aan de Zweedse taal, wegdromen bij de prachtige scherenkust van Åland, mij laten meeslepen door spannende familieverwikkelingen of misstanden in de financiele wereld en met ingehouden adem en dichtgeknepen ogen van de spanning toekijken hoe de moordenaar langzaam maar zeker zijn prooi nadert.
Ik dank de gulle gever voor heel wat uren verpozing. Dat maakt het leven weer wat leuker.

zaterdag 24 december 2016

Overzicht



Ik mag graag lijstjes maken. Orde en netheid moet er zijn in deze wereld vol chaos schreef ik op mijn zestiende al in de agenda van penvriendin E. Een waarheid als een koe, die uiteraard nooit werkelijkheid zal worden.
Dus tracht ik de chaos te vangen en te ordenen in lijstjes. Boodschappenlijstjes, lijstjes van dingen die ik mag/kan/wil/moet doen in het weekend, lijstjes van boeken die ik heb gelezen en nog wil lezen, lijstjes van breiwerkjes die ik heb gemaakt en lijstjes van wolletjes die er nog liggen om opgebreid te worden. Lijstjes van dingen die geregeld moeten worden. Lijstjes van onderwerpen om over te schrijven. Op mijn werk een lijstje van de Wekelijkse taken en een lijstje van de Overige zaken die spelen en opgelost moeten worden.



Afvinken is fijn: soms lucht het op, soms geeft het een diepe bevrediging. Doorschuiven naar een volgend lijstje voelt als een zwaktebod.
Het weggooien van een lijstje is het summum. Uit het hoofd, en dan ook nog uit het zicht. En heel soms belandt zo'n lijstje niet in de prullenbak, maar in een collage.


woensdag 21 december 2016

Donald

Onbevreesd zit ze op het metershoge paard en rijdt in haar eentje in de buitenbak. Is ze zich wel bewust van haar super-de-luxe positie? Met een schoonmoeder die twee prachtige paarden in haar bezit heeft en haar ook nog eens vakkundig les geeft?
Het is waterkoud, maar ik geniet volop van de rijkunsten van mijn volwassen dochter en het stalgebeuren. De geur van bezwete paardenlijven, mest, leren zadels en hoofdstellen. De herkenning van de rangorde in de kudde paarden in de wei, maar ook die van de volwassen paardenmeisjes in de stal.
Ik aai de warme, zachte neuzen en help een beetje mee door te vegen. Mijn gedachten gaan terug naar veertig, ja echt waar, jaar geleden. Toen ik voor het eerst meeging met de zusjes D. en R. naar het Amstelpark om voor de pony's te zorgen. Elk weekend, elke vakantie spraken we 's morgens vroeg af bij de bushalte aan het Barkpad. In een linnen tasje een pakje brood, een beker chocomel, een pakje Stimorol, een strippenkaart en vijftig cent om te versnoepen. Weer of geen weer, bij bloedhitte en ijzige kou. Na een reis van dik een uur met bus 34, tram 4 en bus 8 kwamen we aan bij het grote hek van het park. Nog een klein stukje lopen en dan zagen we de hoge trap met naastgelegen glijbaan. En we wisten dat we, als we bovenaan de trap waren, de omheining van de pony's konden zien. Twee stallen, met vooraan de Shetlanders en achteraan de grotere pony's en het enige paard. Aan de zijkant nog een stalletje waarin onder meer ezelin Jakoba stond, en later de veulentjes April en Rocco werden geboren.


Altijd werden we met opgewonden gehinnik begroet, en ieder ging naar haar verzorgpony. In het begin had ik die nog niet, want je moest je natuurlijk wel een zekere positie verwerven. Dus borstelde ik de een, en dan eens de ander, totdat ik een beetje wist welke pony bij me paste en waar ik niet bang voor was. Want er zaten exemplaren tussen met een gebruiksaanwijzing. Nooit achter Sorba of Reintje gaan staan, en Rasjan werd overal zenuwachtig van. En dan was er nog de kwestie van wie de pony was. Sommige meisjes die er al langer rondliepen waren niet van plan 'hun' pony te delen, dus daarbij moest je uit de buurt blijven. Gelukkig waren er ook genoeg die het niet erg vonden dat je hun pony overnam als ze er zelf niet waren. Want er moest gewerkt worden. Als de pony's gepoetst waren en een hoofdstel om hadden, wat bij de een heel makkelijk ging en bij de ander een heel eng werkje was, liepen we naar beneden en zetten de pony's aan het hek. Voor één gulden konden kinderen een rondje rijden. Wat best een grote ronde was, want we liepen het hele zandpad rond de speelweide af, langs kinderboerderij en pannenkoekenhuis. Tijdens het rondje moest je overal op letten. Het kind mocht niet van de pony afvallen, dus als er geen ouders meeliepen moest je dat goed vasthouden. Zadeltjes waren er nog niet. Maar het belangrijkste was natuurlijk dat je de pony onder controle had. Dat deze niet te snel en niet te langzaam liep, maar vooral niet opeens met zijn hoofd naar beneden dook naar het gras langs de kant van het pad, of nog erger: er met kind en al in een rengalop vandoor ging.
De beloning was groot: aan het eind van de middag mochten we zelf een rondje rijden. Hetzelfde rondje dat we al tweehonderd keer hadden gelopen, op een pony naar keuze die er, heel begrijpelijk, niet zo'n zin meer in had.
Donald werd mijn grote liefde: een niet heel kleine, donkerbruine pony met een geheel eigen wil en een voorpluk die zijn ogen verborg. Ik herkende mijzelf in Donald en vond het heerlijk hem te verzorgen. Bij de firma Reijenga, de paardensporthandel die gevestigd was in een flat in Noord, kochten we onze poetsspullen, en -na genoeg gespaard te hebben- mooie halsters voor Dennis, Witje en Donald.
We werden ouder en de lol ging er een beetje af. We zagen in dat het voor de familie G. die het ponyrijden, maar ook het pannenkoekenhuis, de kinderboerderij en de andere attracties exploiteerde, eigenlijk wel heel fijn was dat al die meisjes en een enkele jongen er voor nop ieder weekend zo hard werkten. D. en ik hoefden er dan ook niet lang over na te denken toen we het aanbod kregen om voor een rijksdaalder per zondag bij de minicars te komen helpen. Weggekocht bij de pony's waar neef S. de boel bestierde, door zoon K. die de baas was bij de minicars. Als we onze mond maar hielden. Dus zaten we de laatste maanden van onze Amstelpark-periode niet meer op een pony, maar op een achterlijk autootje met een kind tussen onze knieën, terwijl Elvis uit de speakers knalde en we verlangend keken naar de pony's die honderd meter verderop op een ritje stonden te wachten.

zaterdag 17 december 2016

Afronden

We ronden het jaar af. Sluiten de kerstgids, waarbij -inmiddels ook traditie- weer iets heel erg mis gaat én ook weer wordt hersteld, kiezen een eindejaarsgeschenk, borrelen met alle freelancers die voor ons schrijven, illustreren, fotograferen. Hebben nog een kerstontbijt in het vooruitzicht, maar wisselen de mappen alvast om en maken plannen voor de toekomst.
 


Ik vul, net bijgekomen van het surprisemaken, de kerstdagen in. Ben blij dat we straks het laatste feest, waar ik altijd al een hekel aan had, in anonimiteit kunnen vieren.
Ik kijk terug op een levensveranderend jaar. Met diep verdriet, maar ook grote dankbaarheid zoveel liefde te hebben ontvangen van en kunnen geven aan de mensen die er nu niet meer zijn.
Niets zal meer hetzelfde zijn, nooit meer. Maar ik zal hun stemmen blijven horen, hun gezichten blijven zien. Hun verhalen blijven vertellen.


Met deze bagage ga ik het nieuwe jaar in en ga ik het leven vieren, ook als de feestdagen voorbij zijn.

woensdag 14 december 2016

Maj

Ik leef al even in het hoofd van Maj, de Zweedse huisvrouw uit het tweede boek van Kristina Sandberg dat in het Nederlands werd vertaald als Zorgen voor het gezin. Vorig jaar verscheen het als eerste vertaalde boek: Leven tegen elke prijs, dat vreemd genoeg het derde deel van de trilogie bleek. Ik lees dus van achter naar voor, en soms moet ik zoeken naar hoe-het-ook-al-weer-zat.


Ik voel de angst van Maj voor het leven. Angst voor gezichtsverlies. Angst de controle kwijt te raken. Angst voor de oorlog. Weerstand tegen het dagelijks leven, alleen met een baby en een kleuter die haar geheel en al opslokken. De kortstondige vreugde van het koken en bakken, waardoor ze even het gevoel heeft grip te hebben op de dingen die haar dreigen te ontglippen. Schuld en schaamte vanwege haar aan alcohol verslaafde, veel oudere echtgenoot. Verdriet om haar moeder die overlijdt zonder Majs dochter te hebben gezien. Verdriet dat niet boven mag komen en snel wordt weggedrukt als het toch zomaar oppiept.


Ik probeer de sinaasappel zo langzaam mogelijk te eten. Laat mij wiegen op de cadans van de woorden. Laat mij verleiden tot nog een bladzijde, en nog een.
En kijk uit naar deel drie, dat eigenlijk deel een is, en hopelijk in 2017 verschijnt.

maandag 12 december 2016

De kies

Een paar dagen voordat hij eruit moest, waren we in de Kunsthal en liepen we per ongeluk langs de tentoonstelling Kwakzalvers en tandentrekkers | Tandheelkunde in de prentkunst.
Nee, het is niet prettig als je verstandskies eruit moet als die niet zo gunstig ligt. En helemaal niet als hij nog in stukjes gebroken moet worden en je met een hechting of wat en een doos ibuprofen naar huis wordt gestuurd.


Maar hé, je zou maar in de Middeleeuwen geboren zijn... Wees jij blij dat je geen openluchtbehandeling hoeft te ondergaan tijdens een jaarmarkt of kermis, onverdoofd en met niet-steriele instrumenten.

zaterdag 10 december 2016

De draad 

Ik pakte de draad weer op. Behalve voor een zakelijke deal - hij een gebreide vogel, ik een kritische blik op mijn onvoltooide romanmanuscript- bleven de naalden en het garen in de handwerktas. De zin was weg. Uren had ik naast het bed van moeder zitten breien, terwijl ze een bijdrage leverde door het bolletje wol vast te houden en voor mij af te wikkelen als de draad te strak gespannen stond. Of niet, als moeder een slechte dag had en nauwelijks reageerde. Maar ook dan breide ik door, het noodlot bezwerend.



Zo ontstonden de lapjes voor de Zeeuwse deken die  gestaag groeide. Zus M. bewonderde ze, toen ik ze een jaar geleden voor haar uitlegde in de juiste volgorde. Elk lapje een andere kleur, elk lapje een ander patroontje van een Zeeuwse visserstrui. Ze vroeg me voor wie hij was en ik wist het niet. Ik was ruim over de helft, wat had ik hem graag aan haar gegeven. 
Nu moeten we door, de deken en ik. Blok D2 is aan de beurt. Ik pak mijn pennen en brei de pijn weg.

woensdag 7 december 2016

Worst


We haalden ons hardloopdiploma, allemaal. Alleen J. was er niet, want haar badkamervloer werd gerepareerd. We liepen 25 minuten aan een stuk en voelden ons onoverwinnelijk.
En we gaan door. Met een nieuwe trainer, op een nieuwe locatie, maar met hetzelfde groepje. En ook de oude trainer, die natuurlijk niet echt oud is, komt af en toe haar neus laten zien.
Opeens gaat het over frequentie, 180 bpm's en worden de blokjes steeds langer. Het doel is een loopje van zes kilometer, of althans de weg ernaar toe. We lijken wel echte hardlopers, daar op
de paden rond Naarden Vesting. Vooral nu we en masse de hardloopkleding van een Duitse supermarktketen hebben aangeschaft. Die ik natuurlijk in een net iets te kleine maat kocht, waardoor ik er als een sportieve worst uitzie. Het tweede doel is daarmee bepaald: er mag best twee kilo af.


zaterdag 3 december 2016

Complex 42



Een wijkje van 42 woningen  in Amsterdam Noord, opgeleverd in het najaar van 1967.
33 Woningen met dezelfde straatnaam; het achterste (of voorste) blokje van negen woningen om onbegrijpelijke reden met een andere naam. In iedere vijfkamerwoning een gezin met minimaal vier kinderen, want de woningbouwvereniging en haar leden waren katholiek. De huur bedroeg 132,30 exclusief servicekosten.
Een kinderrijke buurt, waar iedereen dezelfde start had.
Waar de kinderen naar dezelfde lagere en middelbare school gingen, naar dezelfde sportverenigingen, naar dezelfde scouting.
Waar ouders en kinderen op zaterdagavond naar dezelfde kerk gingen.
Waar de moeders niet of nauwelijks buitenshuis werkten, waar het eten op tafel stond als de vaders thuiskwamen van hun werk.
Waar de  kinderen buiten speelden. Blikkietrap, rolschaatsen, touwtje springen of in de winter glijden op een meterslange kogelharde ijsbaan die we maakten in de sneeuw op de rijweg. Kaatsenballen tegen de zijmuur van nummer 14. Of voetballen tegen hetzelfde muurtje, maar dat vond meneer B. niet zo fijn. Een tennistoernooi op het grasveldje. De geïmproviseerde bibliotheek bij het buurmeisje van nummer 5. Spelen met de barbies, die ik zelf niet had, bij nummer 8. Op de stoep voor de deur in het opblaasbadje met buurmeisje M.. 's Zomers in de rubberboot de sloot op, waar we 's winters schaatsten. Griezelen in de bosjes bij het grind. Stiekem door het hek kruipen van de begraafplaats bij het witte kerkje, waar we vanuit ons slaapkamerraam op uitkeken.


De vaders en moeders vierden carnaval met elkaar. Verkleed als Arabische oliesjeiks, wielrenners, kabouters of Hare Krishna's en onder het genot van een drankje of twee hadden ze de grootste lol, terwijl de kleinste kinderen sliepen en de oudere broertjes en zusjes oppasten. Later werden het kaartavondjes op de zaterdag.
Mevrouw L., die direct naast ons woonde, noemde ons blokje steevast het Vuurdoornlaantje. Naast diverse voordeuren stond een pyracantha met felrode bessen. In 1988 won de straat de titel 'Mooiste straat van Midden-Noord'.
En toen werden de mensen ouder. Kinderen vlogen uit, er kwamen kleinkinderen die met opa of oma op dezelfde grasveldjes voetbalden. Of koppeltjeduikelden op hetzelfde klimrek als hun ouders hadden gedaan. Toen er in de wijk een nieuw complex met seniorenwoningen werd opgeleverd verhuisde een grote groep bewoners daar naartoe. Er kwamen nieuwe buren, soms met een heel andere geschiedenis of uit een heel ander werelddeel. Iedereen werd verwelkomd en opgenomen.
Van de oorspronkelijke bewoners verwisselden steeds meer mensen het tijdelijke voor het eeuwige.
Nu woont er vrijwel niemand meer van de eerste lichting. De straat gaat echter nooit uit ons hart.
Volgend jaar bestaat het complex vijftig jaar. De reünie is al gepland.


Zus M. zal er niet meer bij zijn. Wij namen in april van dit jaar afscheid van haar in het witte kerkje.