vrijdag 27 augustus 2021

Vieren


We vierden wat af, de laatste weken.

Op vrijdag vierde ik na 24 jaar het weerzien met de Senegalese man en zijn Nederlandse vrouw, die mij eind jaren '80 in de Senegalees-Nederlandse gemeenschap introduceerden. We praatten en praatten en praatten alsof het gisteren was dat we elkaar zagen. Het donkere randje van de angst om zijn gezondheid aten we weg met worteltaart en karamel-zeezoutsoesjes. Bij het naar huis gaan kreeg ik nog een krentenbol mee, die A. door het vele kletsen vergeten was aan te bieden.

Op zaterdag vierden we de 95e geboortedag van moeder, met een uitgebreide lunch buiten de deur. Moeder was al bijna zes jaar niet meer fysiek aanwezig, maar altijd in ons midden.

De volgende dag aten we pannenkoeken. Het was de trouwdag van B. en M., en achttien jaar geleden was dit hun bruiloftsmaal. B. was er al 38 dagen niet meer. 
Mijn M. bevestigde kleine roze klompjes aan zijn motorsleutel, zodat zijn vriend altijd met hem mee zou rijden.


Op maandag vierden we het leven van N. uit Egmond, die ons ontvallen was. Na afloop van de flitsplechtigheid werden er in de koffiekamer petit fourtjes geserveerd, in het roze en in het groen. 
Een van de genodigden merkte op dat het weer eens wat anders was dan de gebruikelijke plak cake, waarop haar man antwoordde dat dit wel te maken zou hebben met hoe je verzekerd was.

De maandag erna trakteerde collega D. 's morgens op grote koeken voor haar zestigste verjaardag, en at ik 's middags bij de uitvaart van de vader van vriendin C. twee luxe broodjes. Ze moeten op hoor, zei C., maar gelukkig werden de restanten door de uitvaartleidster met de grote zwarte hoed vakkundig in dozen verpakt en meegegeven voor na het laatste deel van deze verdrietige dag.

Op woensdag aten we een exquise taartje uit Blaricum voor vaders negentigste verjaardag. Vanmiddag vieren we deel twee van deze heugelijke gebeurtenis met een lunch.

Ik durf niet meer op de weegschaal te gaan staan, maar we eten door. 
Alsof ons leven ervan afhangt.

zaterdag 14 augustus 2021

Dood per post


Sinds een jaar of wat valt de post bij ons niet meer op de mat. Bij het uitzoeken van een nieuwe voordeur besloten we er een zonder brievenbus te nemen. Het was veiliger en hield de tocht buiten. De consequentie was een kastje aan de gevel, eentje dat met een sleuteltje geopend moest worden.

Zolang ik mij kan herinneren ben ik dol op post. Papieren post. Het vervelende van een buitenbrievenbus is natuurlijk dat je niet weet of de postbezorger al is geweest, zodat ik nu verschillende keren per dag naar buiten moet lopen om mijn nieuwsgierigheid te bevredigen. 
Gelukkig hebben we geen overburen.

'Je kunt in de Postnl-app zien of er post naar je onderweg is, hoor,' zei collega N. tegen me. Dat leek me wel wat. In de ochtend kwam er een melding, waarna er kleine afbeeldingen van de belastingaanslagen/tijdschriften/ansichtkaarten zichtbaar werden. Op dat moment leek het leuk, maar de verrassing bij het openen van de brievenbus was compleet weg.




Ik had al een paar keer geroepen dat ik die app van mijn telefoon zou halen, maar vanwege de fear of missing out liet ik hem toch maar staan.
Totdat ik op woensdagochtend de app opende en de schrik me om het hart sloeg. Een witte envelop met een dun zwart randje keek me aan. 
Mijn adres was niet handgeschreven, maar stond op een uitgeprint etiketje, geflankeerd door een zwart-wit roosje. Ik had geen idee wie er dood was, maar het was duidelijk dat iemand mij door middel van deze rouwkaart een overlijden aankondigde.

Vanwege een technisch probleem moest ik onverwacht naar mijn werk. Ik kon de aangekondigde dood even parkeren, maar aan het begin van de middag, terwijl ik terugreed naar huis, doemde de grote vraag weer op. Wie zou het kunnen zijn?
Erg dichtbij leek mij niet waarschijnlijk, dan had ik het wel geweten. De kaart was bovendien alleen aan mij gericht, M.'s naam stond er niet bij. In mijn hoofd ging ik alles af. De oude vader van vriendin C., de oude moeder van vriendin E., wellicht die kennis uit Egmond. Dat zou ik allemaal kunnen hebben. 
De onrust bleef echter, voor hetzelfde geld was het toch een onverwachte dood van een leeftijdgenoot.

De kaart ontlokte me een welgemeend 'Ach'. Het was inderdaad de kennis uit Egmond.
Ik legde de kaart aan de kant en meldde mij af voor Mijn Post.




zaterdag 7 augustus 2021

Menselijk wenselijk

Het advies om thuis-te-werken-tenzij-het-echt-niet-anders-kan was weer van stal gehaald, net toen we bedacht hadden om na de vakanties zo ongeveer fiftyfifty thuis en op de redactie te gaan werken. 

Nu kon het echt niet anders: er kwam een invalkracht die begeleid moest worden en ik zou wat taken van mijn vakantievierende collega D. overnemen, die per se op locatie moesten worden uitgevoerd. Daarnaast was het thuis een puinhoop vanwege de verbouwing. Ik vermoedde dat het in de kantoortuin beter toeven was. 

Drie van de vier werkdagen smeerde ik dus 's morgens mijn boterhammetjes. Ik nam de vertrouwde route binnendoor en installeerde me op mijn werkplek, twintig kilometer van huis.

We bespraken de voorbije en nog te komen vakanties en daarna stortte ik me op de mail. Opeens stond E. naast me, een collega van een andere afdeling. We raakten aan de praat over de tijd waarin we leefden. Ze was bang dat het gros van de mensheid niets van de afgelopen periode had geleerd, en zodra het even kon weer op de oude voet doordenderde. Ik deelde haar bezorgdheid.
    

    




We kwamen tot de conclusie dat er veel mensen waren die in hun eigen kleine bubbel zaten en vonden dat ze overal recht op hadden. Mensen bij wie de realiteit zich vooral op hun telefoon bevond. Sociaal gedrag was zeker niet meer vanzelfsprekend.

Ze vertelde over haar zus die docent op een hbo-opleiding Maatschappelijk Werk was, en onlangs een aantal studenten had uitgenodigd voor een gesprek.
‘Bij u op de kamer?’ had er eentje gereageerd. ‘Liever niet, dat vinden we eng.’
Onze toekomstige maatschappelijk werkers en hulpverleners.

Af en toe wat menselijk contact, het is zo wenselijk, concludeerden E. en ik.
Donderdag, bij het verlaten van de redactie, zei ik dat ik zo’n heerlijke werkweek had gehad. 

Het leek even weer op vroeger.