zaterdag 7 augustus 2021

Menselijk wenselijk

Het advies om thuis-te-werken-tenzij-het-echt-niet-anders-kan was weer van stal gehaald, net toen we bedacht hadden om na de vakanties zo ongeveer fiftyfifty thuis en op de redactie te gaan werken. 

Nu kon het echt niet anders: er kwam een invalkracht die begeleid moest worden en ik zou wat taken van mijn vakantievierende collega D. overnemen, die per se op locatie moesten worden uitgevoerd. Daarnaast was het thuis een puinhoop vanwege de verbouwing. Ik vermoedde dat het in de kantoortuin beter toeven was. 

Drie van de vier werkdagen smeerde ik dus 's morgens mijn boterhammetjes. Ik nam de vertrouwde route binnendoor en installeerde me op mijn werkplek, twintig kilometer van huis.

We bespraken de voorbije en nog te komen vakanties en daarna stortte ik me op de mail. Opeens stond E. naast me, een collega van een andere afdeling. We raakten aan de praat over de tijd waarin we leefden. Ze was bang dat het gros van de mensheid niets van de afgelopen periode had geleerd, en zodra het even kon weer op de oude voet doordenderde. Ik deelde haar bezorgdheid.
    

    




We kwamen tot de conclusie dat er veel mensen waren die in hun eigen kleine bubbel zaten en vonden dat ze overal recht op hadden. Mensen bij wie de realiteit zich vooral op hun telefoon bevond. Sociaal gedrag was zeker niet meer vanzelfsprekend.

Ze vertelde over haar zus die docent op een hbo-opleiding Maatschappelijk Werk was, en onlangs een aantal studenten had uitgenodigd voor een gesprek.
‘Bij u op de kamer?’ had er eentje gereageerd. ‘Liever niet, dat vinden we eng.’
Onze toekomstige maatschappelijk werkers en hulpverleners.

Af en toe wat menselijk contact, het is zo wenselijk, concludeerden E. en ik.
Donderdag, bij het verlaten van de redactie, zei ik dat ik zo’n heerlijke werkweek had gehad. 

Het leek even weer op vroeger.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten