woensdag 29 maart 2017

Assepoester

Het was een rood singeltje. De illustratie op het hoesje liet de als een prinses aangeklede Assepoester zien met op de achtergrond een brede trap, waarop eenzaam haar glazen muiltje was achtergebleven. De prins stond bovenaan de trap en keek haar na.
Meer nog dan de illustratie of het verhaal was mij de klassieke muziek bijgebleven waarop het eenvoudige meisje danste met de prins. Ik kon het meeneuriën, maar wist mijn god niet welk stuk het was, of van welke componist.
Nu ben ik in de gelukkige omstandigheid dat ik een aantal collega's heb dat goed thuis is in de klassieke muziek. Een ervan floot een jaar of twee geleden op een dag het Assepoester-wijsje, maar kon ook niet op de componist komen.


Onlangs hoorde ik het collega I. vanuit mijn kamer weer fluiten, nu in de pantry dertig meter verderop. Ik vroeg haar of ze inmiddels wist van wie het was. Natuurlijk, daar was ze twee jaar geleden immers al achter gekomen. Ik spoedde mij naar mijn werkplek en werkte verder onder het genot van de klanken van Boccherini's Minuet.
Assepoester zwierde met mij mee.

zaterdag 25 maart 2017

Dansen met Youssou

Morgen gaan we dansen. Dansen op en luisteren naar de muziek van Youssou N'Dour, de nachtegaal van Senegal. 
Tweeëntwintig, bijna drieëntwintig was ik toen ik op een salsa-avond in Paradiso twee jongens uit Senegal ontmoette. Het was het begin van een onstuimige periode in mijn leven. Ik werd een wereld ingezogen die zo totaal verschilde van het veilige leventje dat ik tot dan toe had geleid. Ik werd deel van een Senegelees-Nederlandse gemeenschap die met elkaar at, dronk, muziek maakte, danste en ja, ook sliep. We hadden verschrikkelijk veel lol met elkaar en leerden elkaar Nederlands en Wolof. Ik leerde gerechten als poulet yassa en thieboudienne eten.
Ik leerde over het mouridisme, de vreedzame islamitische leer van Cheikh Amadou Bamba Mbacké, diens verzet tegen de Franse overheerser en over zijn leerling Cheikh Ibra Fall.
We verbleven vaak in een leegstaand hotel aan de Leidsekade, waar de twee jongens van de salsa-avond mochten wonen als onderdeel van een deal die zij hadden met de eigenaar voor wie zij in zijn andere hotels werkten. Tegen een hongerloontje, waarvan desalniettemin driftig werd gespaard voor de familie in Dakar. In de verder lege kasten lagen stapeltjes papiergeld klaar om verstuurd te worden.
Een paar maanden na de introductie in deze nieuwe wereld kwam de band Senemali naar Nederland, een begrip in Senegal en omringende landen. Ik ontmoette de leden in de Melkweg, dat op vrijdagavonden tijdens de Roots Rhythm Nights onze vaste stek was. Ik viel voor het bandlid met het grootste charisma. Het bleek de percussionist te zijn.
Bijna alle bandleden waren samen met een Nederlands meisje. Er werden garantstellingen afgesloten, maar vaker werd er getrouwd. Grote feesten met veel eten, bissap en uiteraard muziek. Er werden kinderen geboren, de ene bébé de chocolat na de andere zag het levenslicht en werd verwelkomd met een doopfeest, de ngenté. We kenden zo ongeveer alle Senegalezen in Nederland, want begin jaren '90 was de grote emigratiegolf nog niet begonnen. We reisden het hele land door en bezochten al onze broers en een enkele zuster, van Groningen tot Eindhoven. Er werd gespaard om de familie in Senegal te bezoeken.
Een aantal jaar was het leuk. Toen verschenen er barstjes in het Afrikaanse geluk. De band viel uit elkaar, er moesten baantjes worden gezocht om de nieuwe gezinnen te onderhouden. De culturele verschillen werden moeilijker overbrugd dan in de zorgeloze beginperiode en niet iedereen bleek even goed bestand tegen de verlokkingen van de westerse, seculiere wereld.
Mijn huwelijk strandde na negen jaar. De kinderen waren gek op hun vader en bleven hem trouw zien, maar met de scheiding verdween Senegal langzaam maar zeker uit mijn leven. Een nieuwe periode brak aan, met een nieuwe man uit het hoge Noorden.
Vorig jaar overleed de vader van mijn kinderen, in Dakar, temidden van zijn familie. En vanuit het niets was daar opeens de warme Senegalese gemeenschap die ons omarmde. We kregen bezoek van neefjes die neven waren geworden en in de voetsporen van hun oom met muziek en dans de kost verdienden in Europa. We werden uitgenodigd, er werd gekookt, gegeten en muziek gemaakt. Er werd gebeden in de da'ara. Twee maanden na het overlijden bezochten we het graf in de heilige stad Touba.


Morgen gaan we dansen, in de Melkweg. Mijn vijfentwintigjarige zoon, mijn dochter van tweeëntwintig, bijna drieëntwintig, mijn Friese man en ik. Samen met een heleboel andere lieve mensen, uit mijn huidige en mijn vroegere leven. Want ik hoor er nog gewoon bij.

woensdag 22 maart 2017

Marian Dijkstra

Ik heb een pesthekel aan Marian Dijkstra. Om de paar lessen duikt ze op in de conversaties op mijn cursus-cd's.
De Nederlandse Marian Dijkstra is met haar gezin op vakantie in Zweden en boekt in vloeiend Zweeds een campingplaats aan het meer, met elektriciteit. Ze vraagt de weg, en laat vervolgens op twintig manieren weten aan een lokale bewoner dat ze de man niet verstaat. Daarna onderhandelt ze in de garage over de carburateur of de ruitenwissers die het niet doen.
Een nogal irritant type dus,  dat ook nog eens de verschillende soorten klemtonen op de juiste plek weet te zetten. Ze lijkt daarnaast verdacht veel op de Zweedse Ulla, Gunilla en Kerstin (spreek uit: Sjerstin), die ook in de lessen voorkomen. Ik word ongelooflijk in de maling genomen.





Als ik de naam Marian Dijkstra intik op LinkedIn herken ik het doortastende type onmiddellijk. Ze is manager, coördinerend begeleider in de zorg of eigenaresse van het bedrijfje Marian. Ze heeft een bril, soms een pittig kort kapsel en een smile van oor tot oor.
Prettige vakantie, Marian Dijkstra.

zaterdag 18 maart 2017

Onderzettertje


Souvenir uit het ouderlijk huis, gemaakt door zus P. op de lagere school. Honderdduizend lucifers, met rode en met zwarte kop, zo netjes mogelijk tegen elkaar aangeplakt op een stukje karton in een eenvoudig maar o zo fraai patroon. De achterkant voorzien van een jarenzeventigstofje in bonte kleuren, de voorkant keurig afgelakt.
Vader ruimde zijn keukenla op, wij hebben het ontrommelen niet van een vreemde. Nu ligt het onderzettertje, waar moeder decennialang om stipt half zes 's avonds de pannen op zette, weer bij P. in de keukenla.

woensdag 15 maart 2017

Almeerse Wolunie



Het initiatief trok de aandacht van eerst de lokale en daarna de landelijke pers. In 2014 werd de Almeerse Wolunie opgericht. Als breister deed dit feit mijn hart sneller slaan. Wat een leuk idee, om opnieuw wolverwerkende industrie in Nederland op te starten. Het zag er allemaal heel erg fancy uit: er was een ontwerpbureau in de arm genomen dat de vormgeving deed en de machines had ontwikkeld om de wol van de kudde Romney-schapen te kunnen verwerken.
Ik meldde mij aan als lid, en vrijwel direct daarna ook als gastvrouw. Behalve voor het volgen van de workshops Wassen & selecteren, Kaarden, Vilten en Verven van de wol was ik dus voortaan ook vrijwillig op de zondag aanwezig in de schaapskooi om samen met een aantal andere wolaholics het bijbehorende infopunt en winkeltje te bestieren.



Het viel niet mee. De schaapskooi was koud, de schapen stonden een eind weg in het Kromslootpark, dus echt gezellig was het er ook niet. Er kwam geen hond, en als er iemand kwam moesten we vertellen dat de design-kaardfietsen nog niet helemaal naar behoren functioneerden en dat bezoekers ook niet zomaar de schaapskooi in mochten. Er was gehannes met de kas en gedoe over de verdere invulling van de Wolunie.
Thuis waste ik de wol die we hadden geselecteerd, waardoor het nog dagen naar schaap rook in de badkamer. Het kaarden was zwaar, maar het vilten leverde weer veel lol op en met het verven ontstond er een waar kunstwerk van mijn gevilte lapje. Eigenlijk moest er een lampenkapje van worden gemaakt, maar daar was geen tijd meer voor en de poes vond het zo'n lekker kleedje dat hij er nu nog steeds op ligt.
Een aantal jaren verder heeft de Wolunie een slag gemaakt. Er zijn verdiepingsworkshops, zelfdagen en lezingen. Er is een stadsakker waar planten groeien die voor de kleurstoffen zorgen. De website ziet er zo strak uit dat ik er bijna spijt van heb mijn wol aan de wilgen te hebben gehangen. Er is een vacature voor een Bestuurslid Activiteiten. Zal ik?


zaterdag 11 maart 2017


Friskast



Ik kreeg een mailtje dat mijn cursus ten einde liep. O jee, en ik had het in augustus laten hangen toen ik in Zweden met mijn mond vol tanden stond en de moed mij daarna behoorlijk in de schoenen was gezakt.
Er was een optie om de cursus kosteloos met een half jaar te verlengen. Dus nu heb ik in de auto weer gezelschap van een vrolijke Zweedse dame en een strenge Nederlandse heer die mij via cd's de beginselen van det där svåra språket proberen bij te brengen.



We zijn bij de stellende, vergelijkende en overtreffende trap. Opeens vallen er weer wat puzzelstukjes op hun plaats. En glimlach ik bij het woord friskast, dat niets te maken heeft met een kast vol fris of een vrieskast, maar gewoon de overtreffende trap van frisk, gezond, is.


woensdag 8 maart 2017

Wat een bak

We konden natuurlijk niet achterblijven: ook op het werk scheiden we tegenwoordig het afval. Onder het motto: Wat een bak - we gaan scheiden werden op de laatste avond van februari alle prullen- en papierbakken bij de werkplekken weggehaald. De volgende dag stond er een groot gevaarte naast het damestoilet, met vier openingen. Voor papier, plastic, bekers en restafval. De koffiebekertjes verdwijnen bij een voldoende hoeveelheid met zak en al bij het restafval, maar dat schijnen ze er later weer uit te kunnen vissen.



Rondom de bureaus ontstaan er op microniveau afvalinzamelingssystemen. Theezakjes, klokhuizen, mandarijnenschillen en nietjes worden in geïmproviseerde bakjes en kartonnetjes verzameld en met grote regelmaat naar het scheidstation gebracht. Waarbij je natuurlijk punten kunt scoren door het afval van je naaste collega mee te nemen. Een enkeling staat vertwijfeld met een sluitstrip van een boterhamzakje in de hand (plastic of restafval?), maar over het algemeen verloopt het doorlopende inzamelproces moeiteloos.
Niet iedereen kan er aan wennen. Al op dag twee werd de eerste ouderwetse prullenbak onder een bureau gesignaleerd.

maandag 6 maart 2017

Een puntzakje Durf


Lang, lang geleden liet mijn moeder jaargangen Okki's en Taptoes inbinden tot dikke boeken met een harde, grijsgewolkte kaft. We lazen ze nog jaren, tot we alle stripjes van De verstrooide professors en Ali Baba uit het hoofd kenden.
In een van die dikke boeken stond een mooi kort verhaal over een jongetje dat niet van de duikplank durfde en daarom van de drogist, die door zijn moeder was ingelicht, een puntzakje Durf kreeg. Wat niets anders dan droppoeder bleek te zijn, maar toen had het zijn werk al gedaan en wist het jongetje dat je je angsten kunt overwinnen.




Het puntzakje Durf heb ik niet meer nodig, maar het verhaal is een mooi houvast in een soms wiebelend bestaan.

zaterdag 4 maart 2017

Vapeurs


Koud, warm, heet.
Koud, warm, heet.
Wie heeft dit in vredesnaam uitgevonden.

Het dekbed eraf, het dekbed er weer op.
Het dekbed eraf, het dekbed er weer op.
Mindful blijven denken. Er is warmte, warmte. 



Mijn voeten zoeken een koud stukje bed. 
Het lichamelijk ongemak strijdt met het verdriet, dat 's nachts zoveel schrijnender verschijnt.
Het is zoals het is en het gaat zoals het gaat.
Er is weerstand. Veel weerstand.

Tegen de ochtend val ik in slaap.

woensdag 1 maart 2017

Veertigdagentijd

Gisteren was het Mardi Gras in New Orleans, en Fettisdagen in Zweden. De betekenis is hetzelfde: Vette Dinsdag, de laatste dag dat je je nog te buiten mag gaan aan het onzedige carnaval of ongans mag eten aan semlor, de Zweedse kardemombollen gevuld met spijs en slagroom. Voor koning Adolf Frederik was het in 1771 meteen zijn laatste dessert, hij stierf na het eten van veertien van deze zoete bollen.
Christelijk Nederland vierde gisteren Vastenavond. En nu is het Aswoensdag, waarbij er een kruisje op je voorhoofd wordt getekend, van de tot as verbrande palmtakjes van het jaar ervoor.
De veertigdagentijd begint. Voor de christenen een periode van matigen, bezinnen, boete en inkeer, tot aan het belangrijke paasfeest. Van stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.



Het katholiek gedachtengoed hang ik al lang niet meer aan. Veertig dagen matigen lijkt mij echter geen gek idee, al is het alleen maar om de winterkilo's kwijt te raken en met Pasen goed voor de dag te komen. Mijn moeder sloeg vroeger in deze periode wat lekkers af als het op haar werk bij de Sociale Verzekeringsbank werd aangeboden. Mijn vader rookte wat minder en kreeg zelfs een boterham minder mee naar kantoor. Kijk, daar kunnen we vast mee beginnen. En als we het echt niet volhouden is er altijd nog Halfvasten, om te vieren dat de veertigdagentijd halfweg is. Waarbij iedereen weer heerlijk los mag gaan.