woensdag 1 maart 2017

Veertigdagentijd

Gisteren was het Mardi Gras in New Orleans, en Fettisdagen in Zweden. De betekenis is hetzelfde: Vette Dinsdag, de laatste dag dat je je nog te buiten mag gaan aan het onzedige carnaval of ongans mag eten aan semlor, de Zweedse kardemombollen gevuld met spijs en slagroom. Voor koning Adolf Frederik was het in 1771 meteen zijn laatste dessert, hij stierf na het eten van veertien van deze zoete bollen.
Christelijk Nederland vierde gisteren Vastenavond. En nu is het Aswoensdag, waarbij er een kruisje op je voorhoofd wordt getekend, van de tot as verbrande palmtakjes van het jaar ervoor.
De veertigdagentijd begint. Voor de christenen een periode van matigen, bezinnen, boete en inkeer, tot aan het belangrijke paasfeest. Van stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.



Het katholiek gedachtengoed hang ik al lang niet meer aan. Veertig dagen matigen lijkt mij echter geen gek idee, al is het alleen maar om de winterkilo's kwijt te raken en met Pasen goed voor de dag te komen. Mijn moeder sloeg vroeger in deze periode wat lekkers af als het op haar werk bij de Sociale Verzekeringsbank werd aangeboden. Mijn vader rookte wat minder en kreeg zelfs een boterham minder mee naar kantoor. Kijk, daar kunnen we vast mee beginnen. En als we het echt niet volhouden is er altijd nog Halfvasten, om te vieren dat de veertigdagentijd halfweg is. Waarbij iedereen weer heerlijk los mag gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten