woensdag 28 september 2016

Zweedse les


Toen we voor het eerst naar Zweden gingen, dacht ik dat het een makkie zou worden. Ik sprak immers Frans, Engels en las regelmatig een Duits boek. Wolof en Fries verstond ik ook redelijk. Dus wat kon er zo moeilijk zijn aan Zweeds?

Al op de eerste avond dat we naar een van de drie beschikbare kanalen op onze tv in Tingsryd keken, kwam ik erachter dat het toch wat anders lag. Onverstaanbare keelklanken, veel gesis en geslis. En af en toe een leuk Ikea-woord er tussendoor.
Na een tweede vakantie, nu op Gotland, en vele Zweedse tv-series later, besloot ik te denken dat niets onmogelijk was en meldde ik mij aan voor een schriftelijke cursus. Voor een klasje was geen tijd en vooral geen puf. Dus werd mijn dagelijkse ritje van Almere naar Hilversum en vice versa voortaan benut met steeds weer een volgende les op cd. Ik genoot van het leren van nieuwe woorden, was blij dat ik na honderd keer oefenen eindelijk sjuksköterska juist kon uitspreken en het voelde als een openbaring als ik opeens een grammaticale structuur door had.



En toen gingen we op vakantie naar Blidö. Het lezen van borden, instructies en gebruiksaanwijzingen: dat ging nog wel. Ik kon voorkomen dat M. een pizza met garnalen bestelde, verlekkerde me in de ICA aan de opschriften op de verpakkingen en kon een aantal vragen van de jeugdquiz Vem vet mest? snel en correct beantwoorden. Omdat die vragen onder in beeld verschenen. Ook de Deense films met Zweedse ondertiteling kon ik aardig volgen.
Maar ik stond met mijn mond vol tanden toen de caissière iets aan me vroeg en ik hoorde mijzelf lichtelijk in paniek -in het Engels- antwoorden dat ik geen Zweeds sprak. 

De cursus is sindsdien in de kast gebleven. Ik ben precies op de helft en heb dus nog recht op twintig lessen huiswerkcorrectie van juf Carly. Het is mijn eer te na om niet door te zetten, maar het zal wel motvilligt zijn.
Hej då!



zaterdag 24 september 2016

Post van Bowie

Post van Bowie


Penvriendinnen waren we, anderhalf jaar lang. Om precies te zijn van januari 1982 tot augustus 1983.
Elke zaterdagochtend rond half 9 hoorde ik vanuit mijn bed in het ouderlijk huis hoe de postbode al brievenbusklepperend dichterbij kwam. Wij woonden in het vijfde -dus middelste- huis in een rijtje van negen. Ik telde af: Brouwer, Borgers, Heeman, Tol en dan stond de goede man voor onze deur. 

Bowie-fans waren we, en hoe! 
Ik had immers gereageerd op haar oproepje in de Muziek Expres, waarin ze om contact met gelijkgestemden vroeg. We begrepen elkaar in onze liefde voor Dave, de Thin White Duke met zijn onweerstaanbaar scheve tanden, zijn indringende blik die voor niemand anders dan voor ons bedoeld was, en zijn hartverscheurende songs, voor iedere stemming een andere.
We wezen elkaar op nieuws over onze Hero, planden een reisje naar zijn pied-à-terre in Zwitserland (dat we natuurlijk nooit maakten), beschilderden onze muren met de bliksemschicht van Aladdin Sane.

Maar er was meer. Er bestonden geen grenzen in de creativiteit.
De enveloppen werden volgetekend en -geschilderd, beplakt met veren of petticoatgaas. Mijn naam en adres haastig neergekrabbeld of in sierlijke kalligrafieletters op de envelop. 
Die envelop was een enkele keer standaard, maar vaker zelfgemaakt en variërend van een cirkeltje met een diameter van vijf centimeter tot een uitzinnig paarse rechthoek van bijna een halve meter. Alles kwam aan, de PTT was onze beste vriend.

Niet alleen Bowie kwam aan de orde, sterker nog: die verdween steeds meer naar de achtergrond. Vriendjes, verliefdheden, Duitse proefwerken, het schoolcafé. Ruzie met broer, irritaties naar ouders, blunders bij de kassa van de HEMA.
Tot onze levens te verschillend werden. Ik verloor haar uit het oog. Het laatste wat ik van haar hoorde was dat ze naar een kraakpand zou verhuizen. Ik deed 5VWO nog een keertje.

Vaak dacht ik aan haar. Óf ze was met een naald in haar arm in dat kraakpand geëindigd, óf ze vulde haar dagen met tekenen en schilderen.
Ruim drie jaar geleden vond ik haar terug, dertig jaar na ons laatste contact. Onze levens waren opvallend parallel verlopen. Ze had een normale baan, twee kinderen en veel katten. In haar vrije tijd schilderde ze, dat nog wel.

Vanavond komt ze weer eten, met haar Franse fiancé. We zullen het leven bespreken en onbedaarlijk lachen. En dat allemaal door dat piepkleine oproepje in de Muziek Expres.

woensdag 21 september 2016

Ontmanteling



Vader zit alweer bij de tandarts en ik besluit een paar boodschapjes te doen bij de foodmarkt, een vijftal autominuten daar vandaan.
Ik rijd langs de overkapping van het nog niet in gebruik zijnde metrostation. De kunststoffen slangenkop torent boven de weg uit en ik bedenk dat de vader van mijn kinderen, die er vlak achter woonde, nooit gebruik van de Noord-Zuidlijn zal kunnen maken. Hij overleed begin mei in zijn thuisland Senegal.
Als ik de meeste verlokkingen in de supersupermarkt heb weten te weerstaan geef ik toe aan mijn nieuwsgierigheid. Ik sla de zijstraat in naar het pleintje waar hij woonde. Vanuit de verte zie
ik al dat ze bezig zijn met het huis. Het schuifraam staat open, lange stalen latten staan tegen de gevel aan en weerkaatsen het uitbundige zonlicht. Beneden staat een auto met open portieren,
ernaast een apparaat met een slang eraan. De woning wordt opgeknapt.
Opluchting dat we ruim op tijd de dierbare spullen hebben meegenomen. Verdriet dat het zo heeft moeten lopen.

zaterdag 17 september 2016

Blauwdruk


Dertien jaar was hij, toen ik zijn puberlichaam schilderde. Deels ingevuld, deels blauwdruk. Volgende maand wordt hij vijfentwintig. Hij heeft het leven inmiddels in al zijn facetten leren kennen.
Voor zijn verjaardag heeft hij een tatoeage gevraagd. Die ik voor hem ontwerp. Een Afrikaanse baobab, met aan de ene kant de Nederlandse leeuw en aan de andere kant de Senegalese gaiende. Ik ga er mijn ontzettende best op doen.

Het woord halfbloed kennen wij niet. Dubbelbloed moet het zijn. En ik ben ervan overtuigd dat hij de kracht van beide leeuwen in zich heeft verenigd.

Nederland, oh Nederland naast Senegal, sunu rew. Het kan.




woensdag 14 september 2016


Herstelwerkzaamheden



Ik lig op de mat. Eerst op mijn zij. Ze omsluit met haar beide handen mijn hals en zet kracht met haar duimen. Eerst zachtjes, in een rijtje van vijf of zes naar beneden. Dan steeds wat steviger.
Ze masseert mijn schouders, schedelrand en nek. De warmte van haar handen dringt diep door in mijn gespannen spieren. Ik voel mijn hoofdhuid tintelen als ze in de buurt van mijn stuitje komt.
Steeds verder zak ik weg in de mat. Ik lig op mijn buik, met mijn voorhoofd in een halvemaankussentje, dan op mijn rug. Ze masseert de organen in mijn buikholte, steeds opnieuw hetzelfde rondje. Ze drukt met beide duimen mijn middenrif in.
Ik geef me over, hoor op de achtergrond de buitenspelende schoolkinderen lachen en gillen. Hoor de tingeltangelmuziek die me na twee jaar zo vertrouwd in de oren klinkt.

Als ze haar handen even wat langer op mijn voeten laat liggen weet ik dat het weer voorbij is.
Met moeite kom ik overeind en ik drink het glaasje water dat ze voor me heeft gehaald.
Een nieuwe afspraak wordt gemaakt en altijd is er een tip voor mee naar huis: de naam van een fijne meditatie-app of het advies een postzegeltje nori-vel op mijn tong te laten smelten, tegen
de opvliegers.

Thuisgekomen drink ik een liter thee met gember en citroen. Ik kan er weer even tegen.


zaterdag 10 september 2016


De sleutel is zoek


Of we wellicht per ongeluk de sleutel van het vakantiehuis mee naar huis hebben genomen, of dat we deze ergens in het huis hebben achtergelaten?
Vroeg de salesdame van de huisjesverhuurorganisatie per mail, namens de collega ter plaatse.

Nee, écht niet, al had ik ons huisje op het eiland aan de scherenkust boven Stockholm, met het  fabelachtige uitzicht over de Oostzee, best in mijn bezit willen hebben. Wat een stilte. Soms louterend, soms oorverdovend. Wat een landschap, met rotsen die als gigantische eieren uit het kristalheldere water opduiken en in combinatie met de perzikroze zonsondergangen voor schilderachtige plaatjes zorgen. Wat een fantastisch assortiment bij de ICA, de Zweedse AH zeg maar.
 
 

(Maar, mevrouw, ik heb wel per ongeluk de Husmoderns Köksalmanak 1966 in mijn koffer gestopt, toen M. even niet keek. Maar dat merkt toch niemand, dat ene boek uit die ongeorganiseerde stapel, die als een schat tevoorschijn kwam achter de schuifdeurtjes van het houten televisiemeubel uit de jaren ’60. Tussen het levensverhaal van de Heilige Birgitta, diverse Bijbels, een heel oude druk van de bakklassieker Sju sorters kakor (Zeven soorten koekjes) en heel veel Zweedse romans en spännande böcker. Soms heb je recht op iets, hè. Als je geboortejaar erop staat bijvoorbeeld.)

 

 

woensdag 7 september 2016

Der-óp



Vader zit bij de tandarts en ik maak een rondje over de markt in de Van der Pekstraat die lekkerbekkend is afgekort tot Pekmarkt.
Negen jaar ben ik weg uit Noord en in negen jaar tijd is Noord verhipt tot een stadsdeel dat net zo goed aan de andere kant van het IJ had kunnen liggen. Groepjes toeristen, studenten en bevlogen, hoogopgeleide jonge stellen lopen met mij langs de kraampjes. Ik kijk mijn ogen uit.

Als kind kwamen we zo af en toe op het om de hoek gelegen Mosveld, waar het op woensdag en zaterdag markt was. Veel kochten we er niet, want de kleding die er op de rekken hing was ordinair en in de ogen van mijn moeder, dochter van een schoenmaker, was het al helemaal not done dat er schoenen bij de kraam van Theo werden gekocht. Die waren van plastic en slecht voor je voeten.
Wel werd er regelmatig een visje gehaald, een stukje kaas of verse bloemen.

De nieuwe, stadse Van der Pekstraat heeft een eigen website die de markt uitlegt als een combinatie van eigentijds en nieuw, met authentiek en vertrouwd.
Ik zie een kraam met biologische olijfolie naast de flodderige Ibiza-tuniekjes; dure kaasjes naast de pruimen voor een euro de kilo.


 

'Zo, zit je lekker?' klinkt het achter me. De vraag is bedoeld voor de broer van een bekende volkszanger, die al sinds jaar en dag een kledingwinkel in een van de straatjes achter de markt heeft en onderuitgezakt op een bankje het langslopende marktpubliek bekijkt.
'Nou, ik heb wel eens lekkerder gezeten.'
Ja, je bedoelt der-óp hè?!'

Waarna er een bulderend gelach over de markt klinkt. Ik glimlach en zie in gedachten ook de glimlach van mijn moeder voor me. Zoveel is er nu ook weer niet veranderd.

zaterdag 3 september 2016

De confrontatie




Ik open de kast. Zie de boeken die ze mij op het laatste moment mee gaf. Het grote sprookjesboek van opa, met de griezelige tekeningen van Anton Pieck. Een gedichtenbundeltje, met voorin haar naam en de datum: 4-6-'67. Dit is de Spin Sebastiaan, het is niet goed met hem gegaan.
Ik open de doos waarin de ansichtkaarten liggen die zij me stuurde. Die van de laatste tijd althans, door de jaren heen kreeg ik er honderden. Vanaf bijzondere vakantieadressen uit de hele wereld, vanuit musea of zomaar, vanaf huis. Altijd met een even geestig verhaaltje of een puntige oneliner. Liefs, Mo.

 
 

Naast de boeken liggen de spulletjes van mama. De twee handgemaakte capes die ze in de rolstoel droeg en die we niet voor een habbekrats willen wegdoen. Het laatste flesje nagellak in de favoriete, donkerrode kleur. Een pot Nivea, een flesje eau de toilette, een tube handcreme.
Ik open de okerkleurige leren handtas, in het zijvakje zitten een reismadonna en een plastic regenkapje. Even een kammetje door mijn haar halen.

Ik sluit de kast en open mijn hart.

Keuzestress


Ik vind -al mijn hele leven lang- zoveel leuk dat ik niet kan kiezen. Dus doe ik van alles een beetje. Maar wel vol overgave.
Ik stort me met een bezetenheid waar ik soms zelf bang van word op nieuwe projectjes en projecten.Waar het vandaan komt: geen idee, maar ik heb geaccepteerd dat ik niet anders in elkaar zit.

Wat natuurlijk wel jammer is, is dat ik nooit zal uitblinken in een Ding. Het Ding waarmee ik mijn Fifteen Minutes of Fame, of liever nog wat langer, zal behalen.

 


 

Maar zeg nu zelf. Wie wordt er niet vrolijk van mijn heldin Pippi Langkous, zittend op de vuurtoren van Egmond aan Zee -het dorp waar we zeven zomers lang de zomervakantie doorbrachten en waar ik ooit nog een boek over zal schrijven- terwijl de bollen breiwol als wolkjes door de lucht zweven en het schaap van de Almeerse Wolunie geduldig staat te wachten tot het geschoren wordt?
En dan heb ik het nog niet eens over de stapel ongelezen boeken die er ligt, en de onzichtbare juffrouw die achter de vuurtoren heel mindful haar yoga-oefeningen staat te doen.

Welkom op mijn blog Het zilveren randje.