woensdag 30 november 2016

De droom


Ik zit achter een houten bureau, in een verder lege kamer. Voor mij, in de deuropening staat een vrouw met een mooie witte blouse aan, zonder hoofd. Ik ben het zelf.
 
Ze komt naar me toe gelopen. Ik sta op en op het moment dat ze vlak bij mij is voel ik hoe haar lichaam in het mijne opgaat.
Ik word meegezogen in een enorme draaikolk en voel de grond onder mijn voeten verdwijnen.
Dan schrik ik wakker en denk te weten hoe het is om dood te gaan.

zaterdag 26 november 2016

De rotonde



Er waren geen regels. Iedereen deed wat hij dacht dat nodig was om te komen waar hij wilde zijn. Wat daardoor natuurlijk niet lukte.


Zwart-gele taxi's.
Geiten en schapen.
Stinkende brommers.
Oranje-blauwe car rapids.
Gebutste personenauto's.
Charrettes met uitgemergelde paarden ervoor.
Vrouwen -altijd prachtig gekleed, ondanks hitte, stof en vuil- met wasteilen vol handelswaar op hun hoofd en een sliert kinderen achter zich aan.


Getoeter en verwensingen. En daar tussenin de dorpsidioot die dacht het verkeer te kunnen regelen.



We belandden in een verkeersinfarct, op de avond voor het Suikerfeest, kilometers voordat we de buitenwijken van Dakar zouden bereiken.
Toen we na uren file door konden rijden, vloog onze taxi met een rotvaart over een betonnen wegafscheiding en verloor diverse onderdelen.
De chauffeur verblikte noch verbloosde en bracht ons veilig thuis.



woensdag 23 november 2016

Onttroond

De eerste jaren dat we in Almere woonden was hij de koning van de buurt. Met zijn gevaarlijke blik, dito naam en indrukwekkende zwarte neus hield hij de buurtkatten op afstand. Als er gevochten moest worden was hij de winnaar. Altijd. Totdat er een jaar of wat geleden een rode kat ten tonele verscheen. Of eigenlijk twee, die een bondje vormden en die we niet uit elkaar konden houden. Het werd Rood tegen Zwart-wit, en Rover moest zijn territorium prijsgeven aan zijn belagers.
Sinds de zomer wordt hij regelmatig afgehaald door een vervaarlijk uitziende zwarte poes, die hem opwacht bij de schuttingdeur. Het liefst zou zij bij ons willen wonen, en we weten niet goed of het zijn vriendin is of een valse dame die zijn plek wil inpikken.

 
In elk geval kwam Rover thuis met flinke bijtwonden naast zijn staart. Die niet vanzelf dichtgingen, maar ook nog gingen ontsteken zodat een dierenartsbezoekje niet meer te vermijden was.  Vanaf de speciale kattenparkeerplaats in de wachtkamer keek hij beteuterd naar de zenuwachtige chihuahuapup die luisterde naar de naam Bowie. Telkens als de deur van de behandelruimte open ging verstarde hij. Eenmaal aan de beurt kon hij nog even laten zien dat er met hem niet te sollen viel. De dierenarts en haar assistente moesten hem in de houdgreep nemen om de wond te kunnen bekijken en te ontsmetten.
De antibiotica toedienen is geen enkel probleem. Verstopt in een bolletje Easypill gaat het erin als een Kinderei.
Eten is namelijk nog steeds zijn beste vriendin.

zaterdag 19 november 2016


De verhuizing



Dit weekend is het zover. Na twaalf jaar in het huis te hebben gewoond waar hun drie kinderen opgroeiden van (bijna) middelbareschoolkinderen tot (bijna) afgestudeerden.
Waar veel werd gelachen, maar ook werd gehuild toen er slechte berichten kwamen.
Waar verjaardagen en andere hoogtepunten royaal werden gevierd met grote schalen dampende lasagne en lekkere wijnen.
Waar kat Kiko op een dag zwaargewond in de garage werd aangetroffen en verder door het leven moest met drie poten.
Waar spelletjes werden gespeeld tijdens Oud & Nieuw, met legendarische prijzen voor winnaars en verliezers.
Waar zus P. in de tuin een reuzensmak van de keukentrap maakte.
Waar vriendjes en vriendinnetjes, vrienden en vriendinnen, altijd welkom waren.
Waar een ongehoorzaam neefje in huis werd genomen en huiswerkbegeleiding op maat kreeg.
Waar veganistische recepten werden uitgeprobeerd voor nicht M.
Waar zorgen waren om een kind dat uiteindelijk halfbevroren uit een park werd gevist en de dag erna toch gezellig aan de paasbrunch verscheen.


Waar het hele koor, de hele jaargroep of het hele team leidinggevenden werd uitgenodigd voor een driegangendiner.
Waar een vijver in de tuin werd aangelegd en weer werd dichtgegooid.
Waar de zeikburen voor ergernis zorgden.
Waar een dikke kaars werd gebrand op de avond dat zus M. ons verliet.
Waar een Nederlandse speelfilm werd opgenomen.
Waar niet alleen door de kinderen hard werd gestudeerd en gewerkt.
Waar werd geklust en opgeknapt door zwager R., want twaalf jaar geleden was het er behoorlijk uitgewoond.
Waar oma's negentigste verjaardag-terwijl-ze-er-niet-meer-is werd gevierd.
Waar werd ontrommeld totdat zus P. dacht dat ze geen rommel meer had.
Waar toch weer rommel binnensloop als ze even niet oplette.
Waar al die spullen werden ingepakt en stukje bij beetje, in naar-dode-kuikentjes-ruikende eierdozen, naar de nieuwe woning werden verscheept.




Dit weekend gaan ze echt over naar het nieuwe huis, op het nieuwe, onontgonnen land, hun nieuwe leven tegemoet. Ik weet zeker dat het daar net zo fijn wordt.









woensdag 16 november 2016

Consuminderen


En dan moet je het in de praktijk brengen, he? Het niet-kopen, het laten staan, liggen. Het niet-online bestellen. Om te voorkomen dat de sinaasappelparten zich weer ophopen.


Het lukt, maar steeds na een bijna-vergissing.
Dat boek over storytelling heb ik echt nodig om verder te kunnen met het schrijven van mijn non-fictie roman. Maar, hé, ze hebben het ook bij de bieb.
En een paar edities van het Schrijven magazine zouden ook wel handig zijn. Je hebt dit voorjaar een hele stapel proberen te verkopen op Koningsdag en vervolgens naar de kringloopwinkel gebracht. Schrijf dat boek nou maar gewoon.
Ik heb een nieuwe winterjas nodig, en het liefst eentje van Van Alem. Probeer het nog maar een winter met je zwart-witte jack, en als het echt niet gaat is er nog wel een  goedkoper maar toch verantwoord alternatief of wacht je tot het uitverkoop is.
Kijk, er is een nieuw kookboek van Yvette uit. Je hebt uit het prachtige boek van Nadiya alleen nog maar de Cod & clementine gemaakt. En uit Classic German Baking nog helemaal niets! Alle recepten van Yvette staan online en het heet niet voor niets Nog meer uit Van Bovens oven.

Steeds weer moet ik mijzelf terugfluiten. Behalve als het gaat om geld uitgeven aan Ervaringen.
Ik ga wel lekker naar Berlijn, met de Man Zoals Er Maar Eentje Is. En een week daarna naar Londen, met I.. En in het voorjaar, een jaar na dato, mijn vijftigste verjaardag vieren. Ik koop cadeautjes en kook lekkere dingen voor vrienden en familie. Heb me al ingeschreven voor een yogaweekend in oktober 2017.
Ga dingen doen waar ik blij van word. Ga het leven vieren, zoals de opdracht luidde.


En nu maar weer door met ontrommelen.

zaterdag 12 november 2016

Harleveens



De uitspraak kwam van oma van vaderskant, en werd nog decennia erna in het ouderlijk huis gebruikt: Je ziet er een beetje Harleveens uit.
Mijn moeder bedoelde dan dat je kleding niet bij elkaar paste of een armoedige indruk gaf.
Lang heb ik gedacht dat het woord een contaminatie was van Harlingen en Heerenveen: een verhaspeling van twee plaatsnamen.




Er blijkt echter een dorpje in Zuid-Holland te zijn dat de naam Aarlanderveen  draagt, – in de wandeling Aarleveen –, dat vroeger afgezonderd lag en daardoor wat achter bleef in de algemene beschaving.  Zoiets als wat wij de rimboe noemden, waarmee we het Floradorp bedoelden.
Op zijn (oud) Aarleveensch, ofwel Harleveens wilde dus niets anders zeggen dan ouderwets, boers, zonderling of ongemanierd.

Ik geloof niet dat mijn moeder op de hoogte was van deze achtergrond. Maar de uitdrukking houden we erin.

woensdag 9 november 2016

Liefs uit Londen


Voor G'tje uit het London Tate xx schreef ze in haar sierlijke handschrift op het witte geeltje, dat vastgeplakt zit op een mapje prijzig aquarelpapier. Driehonderdtwintig grams, A5, gemaakt van katoenen lompen uit India.
Haar laatste reisje naar London, nu twee jaar geleden.
Het papier heeft lang onaangeroerd op mijn werktafel gelegen. Te mooi, te kostbaar om het te verknoeien. Ik maakte er alleen een kerstkaart van, voor haar, met een afbeelding naar Andy Warhol. Ons bijna jaarlijkse grapje.




Nu durf ik weer. Ik ben nergens meer bang voor, het ergste is immers al gebeurd. Over twee maanden loop ik door Londen, met haar geliefde. We zullen het Tate bezoeken en haar naam noemen.

dinsdag 8 november 2016

Pippi


De zomer is het warmste
Dat merk je 's winters pas
Want in de kou bedenk je
Hoe fijn het 's zomers was

uit de film: Pippi Langkous gaat op reis (1971)




zaterdag 5 november 2016

Sinaasappel





Een nieuw boek, een vers tijdschrift: ze doen mij altijd denken aan een sinaasappel zoals we die vroeger wel aten. In vier parten gesneden. Om uít te eten, zoals we dat noemden. Dat moment, als alle vier de parten nog op het bordje lagen, vol sap en smaak. Iets om naar uit te kijken.
Als er een of twee delen opgegeten waren, de binnenkant van de schillen zoveel mogelijk schoongeknaagd, werd je je bewust van de eindigheid van het genot. Dus deed je zo zuinig mogelijk  met het laatste partje.



Er liggen nu teveel doorgesneden sinaasappels op mijn bord. Ik kan ze niet allemaal tegelijk opeten.
Er liggen teveel mooie tijdschriften, onaangeroerde romans, weinig gebruikte kookboeken, tekenmaterialen en beloftes van bollen wol op mij te wachten. Mijn tijd is beperkt.
Soms vliegt het mij aan, de drang om steeds maar weer iets nieuws in huis te halen. De angst om ook maar íets te moeten missen.
Ik bedenk hoe lang ik kan doen met al dat moois, als ik niets nieuws meer naar binnen sleep. Kan ik mij vermaken als ik nu voor drie maanden opgesloten zou worden?
Als ik een jaar geen kleding kan kopen, zoals in 2012, kan ik toch ook met mijzelf afspreken dat ik eerst eens ga opmaken wat er zich binnen handbereik bevindt? En gewoon helemaal niets meer kopen dat ik niet direct nodig heb?




Zodat ik weer op kan maken, uit kan lezen, kan koesteren. Zuinig kan doen met mijn laatste partje. Wat een luxeprobleem.







woensdag 2 november 2016

Zenderen 3 (slot)


Het eerste wat Olav van de naderende bevrijding merkte, waren de Duitse soldaten die bepakt en bezakt, te voet of met paard en wagen, richting Duitsland gingen.
Kort daarna reed er opeens een kleine pantserwagen door Zenderen, dat waren de Engelsen. Later dezelfde dag kwamen ook de Canadezen, die reden in grote tanks. Daar heeft Olav nog even mee staan praten, want hij kende wat Engels.
Dat de oorlog was afgelopen betekende niet dat Olav meteen terug kon naar Amsterdam. Er veranderde niet zoveel, behalve dat de Engelsen hun kamp vlakbij hadden. Toen Olav een bezoekje bracht aan het kamp kreeg hij van Riek een zak kersen mee om aan de bevrijders te geven. Van de Canadezen kreeg hij een zakmes.
Op een dag kwam er iemand van de Bonifatius-parochie uit Amsterdam op bezoek. Die kwam kijken hoe het met Olav was en adviseerde hem om nog even te blijven. De situatie in Amsterdam was niet veel beter dan toen Olav de stad verliet. Hij wilde echter zo graag vertrekken dat hij niet veel later werd opgehaald en naar huis werd gebracht. Het was toen al begin juni. Ruim vier maanden had Olav in Zenderen doorgebracht.





2016- Begin oktober bezoeken zus P. en ik met vader de omgeving waar dit verhaal zich heeft afgespeeld. Al vrij snel vinden we het huis terug, aan de hand van  een foto waarop de glas-in-loodruitjes boven de ramen grote overeenkomst vertonen met die van het pand waar we voor staan. Helaas zijn de bewoners niet thuis. We lopen om het huis heen en zien het dak van het schuurtje waar het varken gestaan moet hebben. Bedenken dat de openhaardenwinkel een stukje verderop de bakker moet zijn geweest waar de enorme broden werden afgebakken.
Na een lekkere lunch in Theehuis de Karmeliet bezoeken we de parochiekerk naast het karmelietenklooster. Als bonus doen we ook nog het aan de andere kant van de weg gelegen carmelitessenklooster aan. Het kleine kapelletje is open. We stappen de stilte binnen en zien twee zusters in de banken zitten. We branden een kaarsje voor moeder en voor zus M., die er vandaag precies een half jaar niet meer is. Opeens verschijnen er nog twee zusters en gevieren beginnen ze in een bijzonder samenspel de gebeden van de noon te bidden.


Een van de zusters zit kromgegroeid in een hoek van negentig graden, een loep geklemd tussen oog en bijbel. De jongste zuster declameert blijmoedig en met kinderlijk hoge stem de religieuze teksten, haar gezicht dezelfde grauwe tint als het scapulier dat ze over haar habijt draagt. Ik durf niet opzij naar P. te kijken en  vraag mij af hoe lang dit gebed gaat duren.
Net zo vlot als ze gekomen zijn vertrekken de zusters weer. Een van hen groet ons. Vader kan eindelijk zijn foto's nemen, alhoewel hij dat natuurlijk liever had gedaan mét zusters erbij.
We aanvaarden de terugreis. In de auto is er nog voor iedereen een krentenbol en we genieten van elke hap, met in gedachten het pakje oorlogsbrood van bijna 72 jaar geleden.