zaterdag 6 februari 2021

Rover en Mathilde

Nooit meer het geluid van zijn nagels in het hout terwijl hij zich ophijst aan de schutting .
Nooit meer de daarop volgende doffe plof op de groene bak, het kattenluikje dat open wordt geduwd en het mauwtje van hier ben ik weer.

Nooit meer de enthousiaste begroeting in de vroege ochtend bij het openen van de huiskamerdeur.
Nooit meer het opgewonden loopje naar de la waar de snoepjes liggen, of het demonstratief wachten bij de voorraadkast voor een zakje natvoer. Of slap, zoals altijd op mijn boodschappenlijstje stond.

Nooit meer het warme lijfje tegen me aan, het tevreden spinnen, het likje op mijn voorhoofd bij een knuffel.



Opeens ging hij hard achteruit. 

Het verval was een half jaar daarvoor al ingetreden. Werd hij nou steeds kieskeuriger of kon hij echt niet goed meer eten? Een gebitsbehandeling waarbij onder narcose het minimaal aanwezige tandsteen werd verwijderd leek even te helpen. Andere onderzoeken tegen een tarief dat de drie nullen aantikte gingen zelfs mij te ver. Maar even afwachten, elke goede dag was er een.

Toen ging het weer slechter, maar er was hoop dat de chronische ontsteking die de dierenarts vermoedde zou verdwijnen als al zijn kiezen werden getrokken. Ze stelde me gerust, katten konden zelfs zonder kiezen brokjes eten.
Op Driekoningen mocht hij onder het mes. Hij heeft het goed gedaan hoor, zei de dierenarts bij de eindcontrole. Rover had al sinds jaar en dag een aantekening in zijn dossier staan: Pas op, kan bijten! Stiekem was ik er trots op dat hij zijn naam eer aandeed.

De laatste vrijdagochtend van januari raakte hij de weg kwijt. Mijn hart brak toen ik hem gedesoriƫnteerd zag wankelen. Op zoek naar houvast rondjes zag draaien. Het was stervensvroeg en ik moest nog drie uur wachten voordat ik de dierenkliniek kon bellen.

De avond ervoor was ik begonnen aan de podcast Mathilde's Mysterie. Ik had nog vier afleveringen te gaan. Mathilde was in mijn middelbareschooltijd al een heldin. Net als Pippi, Annie M.G. Schmidt, Nina Hagen en Frida Kahlo. Allemaal vrouwen die het net even anders deden. 
Samen met zus M. luisterde ik keer op keer naar het op een BASF-bandje opgenomen interview dat Henk van der Meijden met Mathilde had, gelegen op haar hemelbed. Nog jarenlang imiteerden we haar bijzondere stem als ze vertelde over de slangenleren tassen en brokaten stoffen die haar vader, de zeeman die eens in de zoveel jaar thuiskwam, voor haar meenam. Zus M. nam me mee naar Museum Arnhem voor de overzichtstentoonstelling van de meester, Carel Willink.

Ik pakte Rover op en legde hem tegen mijn borst. Samen luisterden we achter elkaar de vier resterende afleveringen van de podcast en ik was weer even terug in de tijd.
Een laatste poging om mijn grote vriend op te lappen, later die dag, had geen resultaat. De volgende ochtend brachten we Rover voorgoed weg.

Ik had een dag eerder al afscheid van hem genomen, die vrijdagochtend op de bank.
Rover en Mathilde, voor altijd met elkaar verbonden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten