Pok pok
Ik kreeg het spelletje door toen ik een jaar of vijftien, zestien was. Mijn moeder legde mij de puntentelling uit, en plotseling werd ik gegrepen door het tennisspel. Ik zag dat alles nog tot laat in de wedstrijd kon keren. Het was de tijd van McEnroe en Borg. Ik herinner me de zaterdag- en zondagmiddagen van de finales van Roland Garros en Wimbledon. Altijd in de zomer, het gordijn werd dichtgetrokken tegen de zon en het gefilterde licht gaf de huiskamer een geheimzinnige sfeer.
Ik heb nooit de drang gehad zelf te gaan tennissen, al wonen we nu al tien jaar pal naast de tennisbaan. Zus M. was er een ster in. Bloedfanatiek, altijd uit op de overwinning.
Vanmiddag kijk ik naar de finale dames enkel, en ga er vanuit dat ze vanaf boven met mij meekijkt. Ze heeft vast de beste plaats gereserveerd.
Ik heb nooit de drang gehad zelf te gaan tennissen, al wonen we nu al tien jaar pal naast de tennisbaan. Zus M. was er een ster in. Bloedfanatiek, altijd uit op de overwinning.
Vanmiddag kijk ik naar de finale dames enkel, en ga er vanuit dat ze vanaf boven met mij meekijkt. Ze heeft vast de beste plaats gereserveerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten