zaterdag 17 juni 2017

Dwangstoornis

Ik las de recensie van een onlangs verschenen boek over dwangstoornissen. Geschreven door een psychiater die hier zelf aan lijdt. Ik herkende wel het een en ander. Vooral het verschijnsel volledigheidsdwang:  alles te willen weten, alles uit te willen zoeken, alles te willen verantwoorden.

Ook het vervelende gevoel dat je niet weet waar iets is gebleven, terwijl dat eigenlijk niets uitmaakt. Ik kan het hebben met een koekje dat je eet, terwijl je door het huis loopt. Ik weet toch zeker dat ik nog een stukje had. De psychiater noemt dat on-ver-draag-lijk, en dat is het ook.

Lijstjes maken, vanaf het moment dat je wakker bent.

Bang zijn een hobby te missen. Want het leven biedt zoveel mogelijkheden. Opties die verplichtingen worden.

Die onrust wordt dus vaak bestreden door alles perfect en volledig te krijgen. Waardoor je steeds verder in de negatieve spiraal belandt.

Je moet de onrust juist verdrágen om het probleem op te lossen. Het is vals alarm. Laat het dan maar onvolledig zijn.

En dat ga ik nu doen. Ik had bedacht na mijn honderdste blogje te stoppen, omdat het zo'n mooi rond getal is. Maar om de onrust te bestrijden, stop ik nu. Na blog nummer 88. Ook een mooi getal, en die twaalf die ontbreken mogen jullie zelf schrijven. Iemand zin in een nieuwe hobby?



woensdag 14 juni 2017

Samenwonen

Opeens gaat het snel. Van een appartement dat hij moest delen met drie huisgenoten naar een appartement voor zichzelf. O nee, er komt toch nog iemand bij. Zijn prille liefde trekt bij hem in. Of hij bij haar. Nu wordt mijn status van schoonmoeder, ook wel schoonmonster genoemd, weer wat serieuzer.


Het zal passen en meten worden. Zijn spullen en haar spullen gaan de strijd met elkaar aan om een nieuw geheel te vormen. 
Het zal best even wennen zijn, om met elkaar een huishouden draaiende zien te houden. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat het ze gaat lukken. En het scheelt natuurlijk dat (schoon)moeder nu in de buurt woont.

zaterdag 10 juni 2017

Pok pok

Ik kreeg het spelletje door toen ik een jaar of vijftien, zestien was. Mijn moeder legde mij de puntentelling uit, en plotseling werd ik gegrepen door het tennisspel. Ik zag dat alles nog tot laat in de wedstrijd kon keren. Het was de tijd van McEnroe en Borg. Ik herinner me de zaterdag- en zondagmiddagen van de finales van Roland Garros en Wimbledon. Altijd in de zomer, het gordijn werd dichtgetrokken tegen de zon en het gefilterde licht gaf de huiskamer een geheimzinnige sfeer.


Ik heb nooit de drang gehad zelf te gaan tennissen, al wonen we nu al tien jaar pal naast de tennisbaan. Zus M. was er een ster in. Bloedfanatiek, altijd uit op de overwinning.
Vanmiddag kijk ik naar de finale dames enkel, en ga er vanuit dat ze vanaf boven met mij meekijkt. Ze heeft vast de beste plaats gereserveerd.

woensdag 7 juni 2017

Kabouters 

Als ik op zaterdagochtend mijn hardlooprondje doe kom ik langs het clubgebouw van de scouting. En het achtjarige dochtertje van collega J. gaat deze zomer op scoutingkamp. Het bestaat dus nog allemaal. 
Jarenlang ging ik, ook op zaterdagochtend, samen met zus P. en vele buurtgenootjes, naar de kabouters. Dat waren de meisjespadvinders van zeven tot elf jaar. Jongetjes zaten bij de welpen. Tegenwoordig zijn jongetjes en meisjes in die leeftijd allemaal welpen, wel zo gezellig. 
Met een moeder die voor haar trouwen akela was, en die mijn vader door de padvinderij leerde kennen, was het vanzelfsprekend dat wij in het clubgebouw naast de kerk ons weekend begonnen. 
We deden spelletjes, zongen liedjes, dansten de mayim en verdienden insignes door op allerlei vlakken kennis op te doen en onze diensten aan de samenleving aan te bieden. Met het heitje voor een karweitje als hoogtepunt. Dat er af en toe een verhaal over Jezus werd verteld viel niet zo op, en dat de geestelijk vader van de scouting, Baden Powell, rascistische en zelfs fascististische ideeën had gehad ging helemaal aan ons voorbij.
Op mijn tiende, toen ik al twee of drie jaar meedraaide, werd ik officieel geïnstalleerd als kabouter en legde ik de gelofte van de kabouterwet af:

Een kabouter is eerlijk
Een kabouter is gehoorzaam
Een kabouter is vriendelijk
Een kabouter is goed voor planten en dieren



De kampen waren een verhaal apart. Met twee creatieve rea's die ieder een kabouterkring onder hun hoede hadden en bovendien zussen waren, kon het eigenlijk niet meer stuk. Natuurlijk had ik weleens heimwee als ik 's avonds op mijn stretcher in het pikkedonker in de blokhut lag, of als er alleen boterhammen met jam bij het ontbijt werden geserveerd die ik niet lustte.
Maar wat hadden we een plezier als we op speurtocht gingen en eerst nog een lukwa mochten plukken voor extra kracht. De van crêpe-papier gemaakte bloemen hadden namelijk een dropkabel als steel. En wat griezelden we als we onderweg heks Oldejak tegenkwamen, hoewel we best zagen dat het de radi was die zich verkleed had.
Als het licht 's avonds uitging in de slaapzaal, die al naar gelang het thema Knikkebol of Kooi heette, moest het stil zijn. De leiding had namelijk nog meer te doen in het blauw van de rook staande kantoortje. Voor iedere kabouter werd er met de grootst mogelijke precisie een schriftje bijgehouden. De belevenissen van het kampverhaal werden per dag uitgetypt en voorzien van prachtige illustraties, die eerst op gekleurd papier waren getekend en uitgeknipt. Maar ook de dagmenuutjes, kienkaarten en opdrachten in geheimschrift vonden hun plekje in de schriftjes van de Gebr. Winter.
Het klapstuk kwam als we weer naar huis gingen: een eveneens door de rea's geknutseld aandenken dat te maken had met het verhaal van dat kamp. Zo heb ik nog steeds het wandkleedje uit het land van de Kalebassies, de matrozenkraag uit Azonië en de slaapmuts uit Hocus Pocus Toverland. Mijn grootste schat is echter de gouden sleutel van koning Flip Fluweel lll. Die past namelijk op de poort van de wondertuin waar allerlei lekkers aan de bomen groeit, de vijvers met limonade zijn gevuld en alles feestelijk is versierd.
Kabouters mogen daar alles opmaken, want alles groeit vanzelf weer aan.



zaterdag 3 juni 2017

Een visje bij de thee

Ze vierde haar verjaardag die week diverse keren in diverse settings. Wij waren, tezamen met een flink gezelschap vrienden en vriendinnen, uitgenodigd voor de vrijdagavond.
Ik at voor het eerst in een sushirestaurant met een all you can eat concept en beging natuurlijk diverse blunders. Het eten met stokjes bleef lastig, en ik had nog nooit edamameboontjes gegeten. Dus wist ik veel dat je de peulen niet in zijn geheel op dient te eten, maar alleen de jonge sojaboontjes die erin zitten.


Gelukkig was ik niet de enige die een foutje maakte, al was het dan op een ander vlak. Toen we aan het dessert toe waren, werden er opeens vier sushi's met paling geserveerd. Een van de gasten had het verkeerde vakje aangekruist.
Het hadden vier schaaltjes crème brûlée moeten zijn.