woensdag 27 juni 2018

Dropstaafjes


Het leek mij als kind fantastisch als je alles kon kopen wat je maar wilde. Drop bijvoorbeeld.
Niet dat ik het gevoel had dat ik iets tekort kwam, hoor. Er stond altijd een trommeltje drop in de keukenkast en zowel de koektrommel als de bonbonnière waren in mijn herinnering altijd gevuld. Maar daar pakte je niet zomaar zelf iets uit.

Een keer eigende ik mij op een vroege zondagochtend een bonbon toe, die kersenlikeur bleek te bevatten en op het crèmekleurige tapijt belandde. Waardoor het niet langer mijn geheimpje kon blijven.

Ik werd getriggerd door boeken waarin een meisje van mijn leeftijd triest in een zakje Engelse drop zat te rommelen of door mijn buurmeisje M. die van haar moeder een zakje groene erwten bij de drogist mocht halen. Wat natuurlijk ook dropjes waren, en waarvan er heel veel in het witpapieren zakje pasten.




Een keer mochten zus P. en ik voor een dubbeltje snoep halen bij de sigarenman in het kleine winkelcentrum, dat zo heette om het van het gróte winkelcentrum te onderscheiden, een kwartiertje fietsen verderop. Ik kocht een pakje ouwel in de kleuren roze en oranje, waar ik weken mee deed.

Maar de mooiste herinnering ligt in het zwembad in Zaandam, waar we op zaterdagochtend vanaf het buurthuis met een touringcar naartoe werden gebracht voor de zwemles. In het zwembad stond een snoepautomaat waarin kleine doosjes dropstaafjes opgestapeld lagen. Dat mijn vader die dag mijn onderbroek was vergeten in te pakken en ik in blote billen in de trainingsbroek de bus weer in moest werd ruimschoots vergoed door de felbegeerde, met een krokant suikerlaagje omhulde dropstaafjes.


zaterdag 23 juni 2018

Witte raven

Ik ben niet vaak verhuisd in mijn leven: drie keer om precies te zijn. Van de eerste keer weet ik nagenoeg niets, ik was anderhalf jaar oud.
De tweede en de derde keer nam ik een doosje met pocketboeken mee. Van de Pinas- naar de Pruimenstraat, en vervolgens van Tuindorp naar Almere.

Vierentwintig ponyboekjes uit de Valkenserie van B.V. Uitgeversbedrijf Het Goede Boek te Huizen.
Vijf Wipneus en Pims van Uitgeverij J. Schenk N.V., helemaal uit Maastricht. Twee stukgelezen boekjes van de Noord-Hollandse Uitgeverij Kluitman.
Het meest dierbaar zijn mij echter de twee series Witte Raven-boekjes. De ene bestaande uit alweer ponyboeken, maar nu geschreven met een subtiele humor die mij zelfs op jonge leeftijd niet ontging, en waardoor ik mij nu nog zinnen woordelijk kan herinneren.

De andere serie is een bijzondere. Vier deeltjes kreeg ik van zus M. bij een van haar verhuizingen overgedragen, ik moest er vooral zuinig op zijn. Ze lagen haar na aan het hart, een van de deeltjes was zelfs gesigneerd door de piepjonge schrijfster.


Ook ik raakte in de ban van het waargebeurde verhaal van het Valkenburgse meisje Irmgard Smits, dat op tienjarige leeftijd wegens TBC moest worden opgenomen in een sanatorium. Ik smulde van de avonturen die ze daar beleefde met haar paviljoengenootjes, en huilde tranen met tuiten toen de lieve Josje stierf.

De laatste twee deeltjes kocht ik zelf. Twee andere deeltjes Irmgard ontbreken. Net als zus M.
De belofte zuinig te zijn op haar pockets heb ik gelukkig kunnen inlossen.

Irmgard woont tegenwoordig in Groningen en bekleedt een managementfunctie in de zorg.

zaterdag 16 juni 2018

Hup

Voetbal, ik heb er niet zoveel mee. Tenzij het Nederlands elftal speelt of er iemand naast me zit die me kan enthousiasmeren.
Natuurlijk vierde ik de zege van ‘88 mee. Samen met vader fietste ik naar de stad om onze jongens toe te juichen, ik meende zelfs oogcontact met Hans van Breukelen te hebben. Hij op de boot, ik langs de gracht.





Ook stond ik jarenlang langs de lijn, in eerste instantie tegen wil en dank. Ik probeerde zoon X. te laten tennissen, paardrijden en judoën, maar zijn verlangen naar de grasmat was zo groot dat ik er uiteindelijk geen weerstand aan kon bieden. Het wende, en door weer en wind stond ik hem toe te juichen, vaak als enige moeder tussen vele vaders. Zijn eerste doelpunt miste ik omdat ik ziek was, maar misschien scoorde hij juist omdát ik er niet was.


We doen niet mee dit keer. Gelukkig maar, nu is het minder beladen dat de collega die de befaamde voetbalpoule maakte niet meer bij ons werkt.
Ben ik nu voor Zweden? Voor Marokko?
Mais non, de Senegalese leeuwen treden dinsdag aan. 

Allez, les lions de Teranga!