zaterdag 22 oktober 2016

Verboden liefde

Er was eens een meisje in Amsterdam. Toen ze tien jaar was, overleed haar moeder in het kraambed. Vader hertrouwde al snel. De nieuwe vrouw van vader wilde niets van de kinderen weten, dus het meisje werd naar het Burgerweeshuis gestuurd. Daar was het leven hard.


Op haar zestiende werd ze te duur en moest ze een dienstje nemen. In Groningen werd er een gezin voor haar gevonden, met drie kinderen.
Het duurde niet lang of de heer des huizes werd verliefd op het meisje. Hij was 25 jaar ouder dan zij. Ze kregen een verhouding. Toen dat uitkwam was het huis te klein.




Het meisje werd naar het gevang gestuurd, als aanstichtster van de ontrouw. Een jaar mochten ze haar vasthouden, want tot haar eenentwintigste had het Burgerweeshuis zeggenschap over het meisje.
Een jaar waarin ze haar geliefde af en toe zag, in de kerk. Waar hij haar soms een briefje onder haar arm schoof en haar toezegde op haar te wachten. En dat deed hij.


Zijn vrouw stemde niet in met een volledige scheiding, dus werd het een scheiding van tafel en bed. Ze gingen samenwonen, o wat een schande, en kregen samen tien kinderen.
De kinderen van zijn eerste vrouw zag de man nooit meer. Totdat een van zijn dochters op haar veertigste ongeneeslijk ziek bleek en aangaf haar vader en alle kinderen uit zijn nieuwe gezin te willen ontmoeten. Dat gebeurde, en ook tijdens de uitvaartplechtigheid waren ze allemaal aanwezig.


Het meisje, dat tien kinderen grootbracht en aansluitend voor haar veel oudere man moest zorgen, wiens gezondheid verslechterde, had een zwaar leven.
Dat meisje was de moeder van mijn yogadocente, die dit bijzondere verhaal met mij deelde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten